VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE GEBRUIKER
De gebruiker dient kennis genomen te hebben van de volgende instructies en voorzorgsmaatregelen alvorens de wielhefinrichting te gebruiken.
Deze informatiehandleiding binnen handbereik bewaren om deze, wanneer nodig, te kunnen raadplegen.
In geval van een onjuist gebruik van de wielhefinrichting kan de aansprakelijkheid van de fabrikant niet in het geding zijn.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan tot onherstelbare beschadiging van de wielhefinrichting leiden, en zelfs tot letsel bij de gebruikers.
De werknemers die belast zijn met het gebruik of het serviceonderhoud van de werkapparatuur dienen goed geïnformeerd te worden en met name over de gebruiksvoorwaarden van de werkapparatuur en de instructies of
de voorschriften hieromtrent.
Controle van de hefapparatuur:
- Controle van de inbedrijfname, die tijdens de eerste ingebruikname van het apparaat in het bedrijf dient te worden uitgevoerd, of dit nu nieuw of tweedehands is.
- Controle van de vernieuwde inbedrijfname, die uitgevoerd dient te worden tijdens demontage en montage, wijziging, belangrijke reparatie of na een ongeval veroorzaakt door een defect aan het apparaat.
- Algemene periodieke controles die regelmatig dienen te worden uitgevoerd, om op tijd beschadigingen op te merken die een gevaar zouden kunnen betekenen.
Deze controles betreffen mechanisch bewogen en door menselijke kracht bewogen apparaten. Het resultaat van deze controles moet genoteerd worden in het veiligheidsregister dat door de bedrijfsleider geopend
moet worden.
Wanneer de apparatuur defect is, moet deze onmiddellijk gerepareerd worden of dient het gebruik hiervan verboden te worden.
Bij handmatige verwerking moet het personeel kunnen beschikken over de benodigde individuele beschermingsmiddelen: veiligheidsschoenen, die bij voorkeur ongevoelig zijn voor koolwaterstoffen, veiligheidshandschoenen, enz.
In geval van mechanische verwerking is het verboden om, behalve bij tests of proeven, een last hoger op te tillen dan op het apparaat staat aangegeven.
Tijdens het gebruik van de krik moet men er met name op letten dat:
1. de maximale gebruikslast op de wielhefinrichting vermeld staat,
2. iedere wielhefinrichting gecontroleerd wordt:
- jaarlijks bij een normaal gebruik,
- halfjaarlijks bij een intensief gebruik,
- onmiddellijk na een gebruik onder bijzondere omstandigheden, met name bij een incidentele overbelasting.
Een wielhefinrichting mag uitsluitend dienen voor het heffen of laten zakken van een wiel. Een wielhefinrichting mag niet gebruikt worden voor het verplaatsen van een voertuig of een lading.
Een wielhefinrichting mag niet gebruikt worden voor het optillen of verplaatsen van personen.
Bij werkzaamheden onder een opgehesen voertuig:
- een voorziening plaatsen die de aanwezigheid van de monteur aangeeft,
- indien nodig een veiligheidsbril en een helm dragen.
WAARSCHUWINGEN!
1.
Controleer, alvorens een mechanisch orgaan op te tillen, of dit zich op een stabiel, vlak, horizontaal en schoon oppervlak bevindt (geen vet en olie) (1).
2.
Zorg dat het op te tillen voertuig volledig stil staat (2).
3.
Om het verschuiven van het geheel te voorkomen, dient u altijd de lading goed in het midden van de wielhefinrichting te plaatsen (3).
4.
Het mechanische orgaan vastsjorren alvorens de wielhefinrichting te verplaatsen (4).
5.
Tijdens het gebruik van de wielhefinrichting mogen er zich geen personen in de auto bevinden of hierop steunen.
6.
Controleer regelmatig het oliepeil (5). Daarentegen kan teveel olie de apparatuur beschadigen of ontregelen (zie «instructies voor gebruik»).
7.
Wanneer u de olie ververst, gebruik dan nooit remvloeistof, alcohol, glycerine, reinigingsmiddelen, motorolie of afgewerkte olie. Het gebruik van verontreinigde olie kan tot inwendige schade van uw materiaal leiden.
Neem voor meer informatie rechtstreeks contact op met uw FACOM dealer bij wie u uw materiaal gekocht heeft. FACOM beveelt de olie met referentie WA.22 aan.
8.
Controleer of het etiket met voorzorgsmaatregelen steeds leesbaar blijft. Om uw apparaat in overeenstemming met de normen te brengen, zijn deze etiketten (6) en de gebruikshandleiding (NU-DL.700/0215) verkrijgbaar.
9.
De wielhefinrichting niet gebruiken bij krachtige wind, vriesweer, extreme weersomstandigheden, in de buurt van krachtige magnetische velden of in potentieel explosieve atmosferen.
10.
De wielhefinrichting niet in contact met levensmiddelen brengen.
INSTRUCTIES VOOR HET JUISTE GEBRUIK
1.
Voor ieder gebruik dient de wielhefinrichting gecontroleerd te worden. U moet met name controleren of er geen olie lekt en er geen onderdelen beschadigd zijn of ontbreken.
2.
Defecte onderdelen dienen onmiddellijk door geschoold personeel door originele FACOM onderdelen vervangen te worden. In geval van overlopen van olie contact opnemen met een dealer voor reparatie.
3.
Leder onderdeel van de wielhefinrichting moet gecontroleerd worden in geval van een als abnormaal beschouwde belasting of na een schok.
4.
De operator moet tijdens de operatie toezicht kunnen houden op de hijs- en laadinrichting. Als de situatie gevaarlijk kan zijn, zoals bij het verplaatsen van het voertuig, enz., moet het hijsen onmiddellijk gestaakt
worden.
5.
De wielhefinrichting moet zodanig geplaatst worden, dat er zich geen lichaamsdelen van de gebruiker onder het voertuig bevinden. Nooit werken onder een opgehesen voertuig zonder dit vooraf op assteunen of
andere middelen ter ondersteuning van het voertuig geplaatst te hebben. Nooit een lichaamsdeel in de buurt van de bewegende onderdelen van de wielhefinrichting houden.
INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK
1.
Controle van oliepeil
Alvorens de wielhefinrichting te gebruiken, de hydraulische kring ontluchten om het lucht uit het kleppensysteem te verwijderen.
- De bedieningsarm in zijn zitting plaatsen en vastzetten met de hiervoor bestemde schroef.
- De bedieningshendel naar achteren trekken, deze met de klok mee draaien en meerdere keren pompen voor een inwendige smering en ontluchting.
- De handgreep loslaten, zodat de wielhefinrichting weer automatisch in zijn oorspronkelijke positie terugkeert
- De wielhefinrichting is nu klaar om te functioneren.
Belangrijk: Alvorens de last op te heffen, controleren of bovengenoemde veiligheidsinstructies gerespecteerd zijn.
Indien nodig, het oliepeil controleren of dit bijvullen.
Zet de wielhefinrichting in de bedrijfsstand met de zuiger in de korte stand en open de klep. Verwijder de dop. Het reservoir moet precies tot de opening gevuld worden (5).
Met de horizontaal geplaatste wielhefinrichting de in de tabel (pagina 2) aangegeven benodigde hoeveelheid olie toevoegen. Het binnendringen van vuil in de olie vermijden.
Na een lange werkingsperiode moet de olie ververst worden, om de levensduur van de wielhefinrichting te verlengen.
BELANGRIJK: Te veel olie ten opzichte van het maximum niveau kan tot een slechte werking van de wielhefinrichting leiden.
Indien nodig, de juiste hoeveelheid FACOM-olie (referentie WA.22) bijvullen (5).
2.
Inwendige smering
Schakel de hendel meerdere keren in met de klep open, zodat een volmaakte smering gegarandeerd wordt.
3.
Snelle ontluchting van het hydraulische systeem
Tijdens het transport van een wielhefinrichting kan er lucht in het systeem komen, waardoor de krik minder effici'nt zal werken. Open voor het ontluchten van het hydraulische systeem de klep (a) (7).
Pomp met de handgreep (b) (8). Sluit de klep (a) (7).
GEBRUIKSAANWIJZING
1.
Het optillen van de last
Controleer, alvorens een orgaan op te tillen, of het voertuig volledig stilstaat op een vlakke, horizontale ondergrond (1) en (2). De krik moet op een stabiele, vetvrije ondergrond staan.
Sluit de klep (7) door deze met de klok mee te draaien totdat hij vast zit (niet te vast). Begin met pompen (8).
Ga door met pompen totdat de gewenste stand bereikt is.
2.
Het laten zakken van de last
Op het onderste pedaal (a) drukken (12).
NL
9