ART. 1498/24 INSTRUCTIES BATTERY BOOSTER
NL
Belangrijke opmerking: VOOR HET EERSTE GEBRUIK MOET DE STARTHULP GEDURENDE TEN MINSTE 12
UUR MET DE BIJGELEVERDE OPLADER WORDEN OPGELADEN.
1-VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Draag een veiligheidsbril tijdens ieder gebruik
Gebruik uitsluitend de door de fabrikant geleverde en aanbevolen accessoires om gevaren voor voorwerpen of perso-
nen te voorkomen.
Trek nooit aan de stroomkabel of de oplader, maar pak de stekker vast.
Laad de starthulp nooit op met duidelijk beschadigde accessoires, maar neem contact op met uw vertrouwde leveran-
cier om ze te vervangen.
De starthulp kan onder alle weersomstandigheden worden gebruikt ( regen, sneeuw, ....)
Dompel de starthulp nooit in water.
Laat de rode klem nooit contact maken met de zwarte en sluit ze ook niet allebei op hetzelfde stuk metaal aan om
kortsluiting te voorkomen.
Niet gebruiken in aanwezigheid van vrije brandbare stoffen of in explosieve ruimtes.
Houd de starthulp niet gedurende langere tijd ongeladen. Hierdoor kan onherstelbare schade aan de accu's ontstaan.
Probeer de starthulp niet zelf te repareren, maar wend u hiervoor tot de fabrikant om de garantie geldig te houden. Deze
reparaties moeten door ervaren vakmensen worden verricht.
BELANGRIJK: wanneer u de starthulp niet gebruikt, moet hij ten minste om de 3 maanden worden opgeladen
(uitsluitend op de 12V stand). Het wordt hoe dan ook aangeraden hem altijd geladen te houden om de leven-
sduur van de accu's te beschermen
2-ALGEMENE KENMERKEN
Accutype: afgesloten loodaccu met vaste elektrolyt (AGM) volgens I.A.T.A. veiligheidsnormen.
Door de bijgeleverde oplader kan het apparaat zonder gevaar voortdurend aangesloten worden gelaten.
De 12 V uitgang type aanstekerdoos is nodig om de starthulp op te laden en is voorzien van een thermische zekering
van 20 A. Hij kan dus op alle 12 V apparaten worden aangesloten.
De klemmen zijn volledig geïsoleerd en hebben superflexibele koperkabels.
Uitgerust met piekspanningsbeveiliging.
3-VEILIGHEIDSKENMERKEN
Om kortsluiting te vermijden en de klemmen te beschermen, dienen ze, wanneer ze niet worden gebruikt, altijd in de
daarvoor bestemde kabelhouders geklemd te worden.
Dankzij de constructie kan uw starthulp in iedere positie gebruikt en bewaard worden.
4-OPLAADINDICATIE
Om het laadniveau te zien, drukt u op de schakelaar aan de voorkant aan de kant van de LED's.
Wanneer alle 5 de LED's oplichten, is uw starthulp volledig opgeladen (de 5e LED geeft aan dat de oplading voltooid is
en gaat uit wanneer de starthulp niet meer op de spanning is aangesloten)
5. METHODES OM UW STARTHULP OP TE LADEN
Steek de stekker in de contactdoos van 12 Volt. Steek de bijgeleverde automatische oplader in een stopcontact van 230
V. LET OP: DE STARTHULP MAG NOOIT OP DE 24 V STAND WORDEN OPGELADEN, MAAR ALLEEN OP 12 V.
Om de starthulp via de aanstekerdoos van de auto op te laden, gebruikt u het bijgeleverde laadsnoer. (Dit kan het beste
nadat u de auto heeft gestart). De laadduur is ongeveer vier tot vijf uur.
Als de starthulp via het elektriciteitsnet wordt opgeladen kan het opladen, afhankelijk van de algemene toestand van de
accu, tussen de 4 en 8 uur duren.
ALS UW STARTHULP NIET GEBRUIKT WORDT, WORDT AANGERADEN DEZE ALTIJD OP HET ELEKTRICITEI-
TSNET AANGESLOTEN TE HOUDEN.
11