Voor De Installateur; Toegang Tot De Programmeeromgeving; Functies En Programmeerbare Instellingen - Nice WMS01ST Instrucciones Y Advertencias Para La Instalación Y El Uso

–– DEEL TWEE ––

voor de installateur

9 - Programmering van de functies
De functies en de instelbare parameters maken het moge-
lijk om de werking van het product zelf in te stellen en aan
te passen aan de configuratie waarin het product geïnstal-
leerd is en de eisen van de gebruiker.

8.1 - Toegang tot de programmeeromgeving

01. Schakel het display in door op een willekeurige toets
te drukken (het gebruikersscherm verschijnt).
02. Houd de toets ° ingedrukt totdat er pictogrammen
verschijnen; laat de toets vervolgens weer los (het pro-
grammeerscherm verschijnt).
De programmeeromgeving bestaat uit verschillende beeld-
schermen met menu's, submenu's, opties en wijzigbare
waarden (parameters). Raadpleeg hoofdstuk 5 en afb. F
om u tussen deze elementen te verplaatsen.
10 - Functies en programmeerbare
instellingen
PAUZE functie
Deze functies dient voor het deactiveren
van de automatische verzending van de
opdrachten naar de automatisering. Lees
voor het gebruik ervan paragraaf 8.1.
De programmering maakt het mogelijk één van de volgen-
de werkwijzen te kiezen:
- "Manuele pauze" - in deze modaliteit zorgt de gebruiker
voor de activering en de manuele deactivering van de
pauze.
Om de modaliteit in te stellen, de icoon van de functie
kiezen met de toets q en de keuze bevestigen met de
toets °.
- "Getimede pauze" - in deze modaliteit zorgt de gebrui-
ker voor de manuele activering van de pauze terwijl de
automatische deactivering plaatsvindt na het verstrijken
van de geprogrammeerde wachttijd.
Handel als volgt om deze modaliteit in te stellen:
01. Kies de icoon van de functie met de toets p en
7 – Nederlands
bevestig de keuze met de toets °.
02. In het beeldscherm dat getoond wordt, moet de
gewenste tijd ingesteld worden (minimumwaarde = 10
minuten): loop de lijst (minuten, uren, dagen) langs
met de toetsen t en u en stel de waarde in met de
toetsen p en q.
03. Druk tenslotte op de toets ° om de nieuwe waarde te
bewaren.
INSTELLINGEN menu
Nadat de icoon "Instellingen" geselecteerd is en de
keuze bevestigd is met de toets ° verschijnt een
submenu met de volgende functies.
• "Lichthysterese"
Deze functie maakt het mogelijk om de ruimte tus-
sen de onderdrempel en de bovendrempel van het
licht te vergroten of te verkleinen. De grotere of kleinere
breedte van de hysterese bepaalt de frequentie waarmee
het systeem het zonnescherm beweegt: hoe nauwer de
hysteresezone is, des te hoger zal de frequentie zijn waar-
mee het zonnescherm bewogen wordt, aangezien het sys-
teem ertoe zal neigen om ook op kleine variaties in de licht-
sterkte te reageren (bijvoorbeeld bij voorbij trekkende wol-
ken). Omgekeerd, hoe breder de hysteresezone, des te
lager zal de frequentie zijn waarmee het systeem het zon-
nescherm beweegt aangezien het systeem in dit geval
alleen reageert op sterke variaties in de lichtsterkte. Om
deze reden wordt aangeraden de breedte van de hystere-
sezone in te stellen op waarden die geschikt zijn voor de
vereisten van de gebruiker, en hierbij te bedenken dat een
te veelvuldige activering niet alleen nutteloos is, maar ook
de levensduur van de batterij zal verkorten.
• "Min/Max licht"
Deze functie maakt het mogelijk de limieten vast te
leggen waarbinnen de gebruiker de cursor-licht-
drempels kan verplaatsen (afb. 10). Men dient er door-
gaans rekening mee te houden dat hoe groter de afstand
tussen de twee limieten is, hoe waarschijnlijker het is dat de
gebruiker de correcte werking van het systeem zal compro-
mitteren, door de drempelcursor op te hoge of te lage waar-
den van lichtintensiteit te zetten.
• "Menublok"
Met deze functie kan men belemmeren dat de
gebruiker toegang tot de programmeeromgeving
krijgt.
- Om de programmering te blokkeren:
01. selecteer het menu "Instellingen" en bevestig de keuze
met de toets °.
02. Selecteer in het submenu de functie "Menublok" en
bevestig de keuze met de toets °.
03. Kies in het beeldscherm dat verschijnt met de toetsen
p en q de optie "Geactiveerd" en bevestig de keuze
met de toets °.
Wanneer de programmering geblokkeerd is, verschijnt op
het gebruikersbeeldscherm het symbool
- Om de programmering te deblokkeren:
01. Is het display uitgeschakeld, schakel het dan in door
op ongeacht welke toets te drukken (het gebruikers-
beeldscherm verschijnt).
02. Houdt de toetsen u en ° gelijktijdig ingedrukt tot een
beeldscherm met iconen voor de programmering ver-
schijnt. Laat de twee toetsen nu los.
• "Modaliteit"
Deze functie maakt het mogelijk de modaliteit voor
automatische werking van het product in te stellen,
op basis van het scenario "A" of "B" waarvoor dit geïnstal-
leerd is.
Bij iedere modaliteit worden automatisch bepaalde senso-
ren voor detectie van de gegevens geactiveerd en wordt
het zonnescherm automatisch aangestuurd met vooraf
bepaalde manoeuvres.
De opties "Modaliteit 1" en "Modaliteit 2" activeren de ach-
terste lichtsensor; de optie "Modaliteit 3" activeert de voor-
ste lichtsensor; de optie "Modaliteit 4" activeert de achter-
ste lichtsensor en de temperatuursensor; de optie "Modali-
teit 5" activeert de voorste lichtsensor en de temperatuur-
sensor.
Raadpleeg hoofdstuk 7 voor meer informatie.
• "Sensor"
Met deze functie activeert u de werking van één
van de twee beschikbare lichtsensoren, waarvan
.