Nederlands
4) Microfoon DM-906T
De microfoon ( 1 ) kan in de 6 pin ( 12 ) op het front paneel aansluiten. Er is geen zend en
ontvangst mogelijk zonder microfoon. De aansluiting is volgens de GDCH standaard.
PIN 1 Modulatie
PIN 2 Luidspreker
PIN 3 PTT
PIN 4 Up/Down
PIN 5 Massa
PIN 6 +12 Volt
Soldeer zijde van de microfoon connector.
5) Spanning bron.
Voordat u de spanning aansluit op de DC kabel moet de zendontvanger zijn uitgeschakeld.
Sluit dan de twee kale uiteinden van de kabel op de accu van de auto aan. De zender is
geschikt voor werking met negatieve massa op het elektrische systeem 12 volt DC. Legt de
kabel zover mogelijk weg van aggregaten die interferentie kunnen verzorgen. Let bij het aan-
sluiten op de correcte polariteit.
ZWART
Sluit deze aan op de - MIN/ massa van de auto accu.
ROOD
Sluit deze aan op de 12 volt + PLUS van de auto accu.
Bij het verwijderen van de plus blijven de laatste instellingen na het uitschakelen van de zen-
der bewaard.
Voor basis gebruik heft u een geschikt netvoeding nodig ( 13.2 V / 2.5 A, TEAM LabNT series ).
De netvoeding moet geschikt zijn voor het gebruik met een zender, anders zal interferentie
van de voeding of overspanning de zender beschadigen.
Nadat de microfoon. Antenne en voeding correct zijn aangesloten kunt u met starten met de
verbindingen.
44
De werking van TEAM TS-9M
1) Inschakelen [ Off / Vol ]
Voor de eerste maal inschakelen zal de ruis regelaar ( 9 ) tot de linkeraanslag worden gedraait.
Het apparaat wordt ingeschakeld door de volume regelaar ( 8 ) naar rechts te draaien.
Stel nu de gewenste luidsterkte in. Alle instellingen die bij de werking van het apparaat zijn
gebruikt, blijven na het uitschakelen behouden.
2) Ruis onderdrukking [ SQ / ASQ ]
Het storende aanhoudende ruisen, dat altijd op een vrij kanaal optreedt, kan met behulp van
de ruisonderdrukker onderdrukt worden. Het apparaat beschikt over een automatische (ASQ)
en een handmatige ruisonderdrukking (SQ).
De automatische ruisonderdrukking is intern op een ingestelde middenwaarde ingesteld en
word door het toetse ( 7 ) [ ASQ ]. In de uitlezing wordt de geactiveerde toestand van de auto-
matische ruisonderdrukking door AQ ( 3F ) in de kanaal uitlezing bevestigd.
Om de handmatige ruisonderdrukking te activeren, draait u de ruisregelaar ( 9 ) eerst geheel
naar links, u kunt dan de regelaar langzaam naar rechts draaien.
De regelaar zal alleen over de ruisdrempel worden gedraait, tot het ruisen zeker onderdrukt is.
Wanneer een station op het kanaal uitzend, opent de ruisonderdrukkeing en het signaal is
hoorbaar. Bij een kritische instelling van de ruisonderdrukking kan af en toe een ruis optre-
den, zonder dat er een station zich op het kanaal bevind. Verder naar rechts draaien onder-
drukt de toenemende zwakke stations, maar ook sterke stoor signalen
3) Kanaalkeuze [ qCH ] [ pCH ]
De Kanalen kunnen door het drukken op de kanaal toetsen ( 5 ) [ qCH ] en ( 6 ) [ pCH ]
worden ingesteld. In het LC-Display ( 3 ) verschijnt de aanduiding van de kanalen met grote
cijfers.
Er kan alleen op een overeenstemmend kanaalnummer en modulatie met het tegenstation
worden gecommuniceerd.
4) Omschakeling van de modulatiesoorten[ AM/FM ]
De TS-9M werkt in de modulatiesoorten AM en FM. In de versie TS-9M c (EC CEPT) en in
de norm EC de versie TS-9M is volledig Multi Norm en staan in alle gebruikssoorten de mode
FM tot je beschikking. In het geval dat het apparaat op het aktuele kanaal ook de mode AM
accepteerd, kunt u door het indrukken van de toets ( 4 ) [ AM/FM ] tussen AM en FM heen-
en weer schakelen. De mode AM wordt met de LCD ( 3E ) aangeduid. In het geval dat de TS-
9M die mode AM niet accepteerd, krijgt u alleen het symbool FM blijft in de uitlezing.
In het geval dat een kanaal zich in de mode AM bevind en er wordt van een kanaal veran-
derd, op welke de mode AM niet wordt geaccepteerd word, vindt een terug schakeling op FM
plaats. Bij een verdere verandering op een kanaal, waar de mode AM geaccepteerd word,
springt de mode automatisch weer op AM terug.
Nederlands
45