A
B (x 4)
Fig. 4.5
De ventilator rechtstreeks monteren op een arm
4.2.6
Kanaalaansluiting van een
FUA-1300/1800/2100
Inlaataansluiting
Het verdient aanbeveling gebruik te maken van
trillingsdempers om het lawaai en de trillingen van de
ventilator te verminderen.
De inlaat van de ventilator wordt als volgt op een slang
aangesloten:
Fig. 4.6
• Draai de bouten van het aanzuigrooster (A) los.
• Verwijder het aanzuigrooster.
• Monteer de aansluitflens (B) met de bouten van het
aanzuigrooster.
• Draai de bouten vast.
• Bevestig het flexibele verbindingsstuk op de aansluitflens.
• Maak de slangklem (C) vast.
• Bevestig het flexibele verbindingsstuk op de slang.
• Maak de slangklem (D) vast.
Uitblaasaansluiting
LET OP!
Als de ventilator niet direct naast het filtersysteem
wordt geplaatst, zorg er dan voor dat het
verbindingskanaal voldoende wordt ondersteund.
Het verdient aanbeveling gebruik te maken van
trillingsdempers om het lawaai en de trillingen van de
ventilator te verminderen.
De uitlaat van de ventilator wordt als volgt op een kanaal
aangesloten:
Fig. 4.6
• Bevestig het flexibele verbindingsstuk op de uitlaat van de
ventilator.
• Maak de slangklem (E) vast.
• Bevestig het flexibele verbindingsstuk op het kanaal.
• Maak de slangklem (F) vast.
0000100435/060614/A FUA-1300/4700 (50Hz)
E
F
Fig. 4.6
De ventilator aansluiten op een kanaal of slang
(FUA-1300/1800/2100)
4.2.7
Kanaalaansluiting van een FUA-3000/4700
Inlaataansluiting
Het verdient aanbeveling gebruik te maken van
trillingsdempers om het lawaai en de trillingen van de
ventilator te verminderen.
De inlaat van de ventilator wordt als volgt op een slang
aangesloten:
Fig. 4.7
• Bevestig het flexibele verbindingsstuk op de aansluitflens.
• Maak de slangklem (B) vast.
• Bevestig het flexibele verbindingsstuk op de slang.
• Maak de slangklem (C) vast.
Uitblaasaansluiting
LET OP!
Als de ventilator niet direct naast het filtersysteem
wordt geplaatst, zorg er dan voor dat het
verbindingskanaal voldoende wordt ondersteund.
Het verdient aanbeveling gebruik te maken van
trillingsdempers om het lawaai en de trillingen van de
ventilator te verminderen. Daarnaast wordt aanbevolen
gebruik te maken van een uitlaatadapter van vierkant naar
rond.
De uitlaat van de ventilator wordt als volgt op een kanaal
aangesloten:
Fig. 4.7
• Draai de bouten van het uitblaasrooster (A) los.
• Verwijder het rooster.
• Bevestig de uitlaatadapter op de ventilator met de bouten
(D) van het rooster.
• Draai de bouten vast.
• Bevestig het flexibele verbindingsstuk op de adapter.
• Maak de slangklem (E) vast.
• Bevestig het flexibele verbindingsstuk op het kanaal.
• Maak de slangklem (F) vast.
A
B
C
D
NL - 14