B25-2
NL
Waarschuwingen en
Veiligheidsvoorschriften
1. De krik mag enkel bediend worden door opgeleid
personeel dat deze handleiding gelezen en
begrepen heeft.
2. Vermijd overbelasting. De capaciteit mag niet
overschreden worden.
3. De krik mag enkel gebruikt worden op een vlakke,
effen en stabiele ondergrond.
4. De wielen van het voertuig moeten naar voren
gedraaid zijn en op de rem staan of geblokkeerd
zijn.
5. De krik dient uitsluitend om te heffen. Ondersteun
het voertuig altijd met goedgekeurde assteunen
als er onder het voertuig gewerkt wordt.
6. Til het voertuig alleen op op de hefpunten die
voorgeschreven zijn door de fabrikant en alleen
centraal op het hefzadel.
7. Het is verboden zich in, op of onder een voertuig
te bevinden dat opgetild wordt of dat alleen met
een krik ondersteund wordt.
8. De krik mag met max. 2 standaardverlengstukken
boven mekaar gebruikt worden.
9. Aan de krik - inclusief het overdrukventiel - mag
niks gewijzigd worden.
10. Max. toegelaten luchtdruk: 12 bar/170 psi.
11. Het niet correct navolgen van deze
waarschuwingen kan ertoe leiden dat de lading
naar beneden valt of dat de krik omkantelt. Dit kan
letsels of schade aan het materiaal veroorzaken.
Montage
Voor de ingebruikname en daarna met regelmatige
tussenpozen moeten alle beweeglijke delen gesmeerd
worden met olie. Luchtaansluiting: ¼" WRG. Volledige
capaciteit wordt bereikt na 9 bar. Max. luchtdruk:12
bar/170 psi.
Gebruiksaanwijzing
Optillen: Draai de regelklep boven op het handvat
naar rechts, tot de pomp start.
Zakken: Draai de regelklep naar links. Het is aan te
bevelen om de krik altijd volledig te laten zakken om
de hefcilinder te ontzien.
De bedieningshendel kan in 3 verschillende standen
gezet worden door op de pedaal te duwen en hem in
de gewenste stand te zetten.
Veiligheidshulpstuk (extra uitrusting): Controleer of
de geleidepen onderaan de cilinder in de opening in
het veiligheidsplaatje valt.
Onderhoud
Onderhoud en reparatie moeten uitgevoerd worden
door bevoegd personeel.
Zoals ander pneumatisch materiaal heeft de
luchtmotor olie nodig om de beweeglijke delen te
smeren. Gebruik bij voorkeur een luchttoevoer met
filter/waterafscheider en oliesmering.
Dagelijks: Smeer de luchtmotor door een beetje olie in
de luchtaansluiting van de hendel te spuiten met een
oliekan en daarna de cilinder helemaal naar boven op
te pompen. neem er nu de luchtslang af en spuit nog
wat olie in de luchtaansluiting, koppel de slang weer
aan en laat de krik zakken door de bedieningshendel
naar links te draaien om de cilinderwanden te smeren.
Maandelijks: Maak de waterafscheider van de
luchtvoorziening leeg en vul de oliesmering met olie.
Smeer alle beweeglijke delen met olie. Controleer
tegelijkertijd ook de krik en de verlengstukken op
beschadigingen of opvallende slijtage.
Olie bijvullen: Verwijder de kast en maak de vulklep
aan de zijkant van het reservoir los. Het correcte
oliepeil is tot aan de onderkant van de opening als
de krik horizontaal staat en de cilinder zich helemaal
beneden bevindt.
Hoeveelheid olie: 1,25 liter.
Elke hydraulische olie van goede kwaliteit met
viscositeit ISO VG 15 mag gebruikt worden.
GEBRUIK nOOIT REMVLOEISTOF!
Veiligheidsinspectie
Overeenkomstig de nationale bepalingen - maar
minstens elk jaar - moet de krik nagekeken worden
door een vakman: op beschadigingen, slijtage, het
zadel op beginnende breuken, afstellen van het
overdrukventiel, de cilinder en de pomp op lekken.
Storing zoeken
1. De krik kan niet volledig naar boven gebracht
worden, ook al draait de pomp: vul olie bij.
2. De luchtmotor draait langzaam of valt stil: de filter
van de luchtaansluiting (figuur van de hendel, nr. 3)
is verstopt en moet schoongemaakt of vervangen
worden.
3. De lading zakt: Vervang de klepkernen in de pomp
(reparatieset 0906100). PAS OP: De klepkernen
mogen maar licht aangehaald worden (aanhalen tot
10 nm) – anders kunnen ze kapotgaan.
4. De cilinder lekt olie (ook olie uit Ø2 opening in de
middencilinder): Vervang de cilinderafdichtingen
(reparatieset 0906200).
Reserveonderdelen
Vervang altijd versleten of defecte onderdelen door
originele reserveonderdelen. Mogelijk zijn niet alle
belangrijke onderdelen beschikbaar als een model uit
productie is genomen.
Vernietiging
Olie moet afgetapt worden en zoals de wet voorschrijft
weggegooid worden.