- Behalve de elektrische eenheid en de aanslui-
tingskabel kunnen alle onderdelen met schoon-
maakmiddel en water of met afwasmiddel
worden schoongemaakt. Spoel de onderdelen
goed af om eventuele resten van het afwasmid-
del te verwijderen.
- Maak de elektrische eenheid en de stekker
eerst schoon met een vochtige doek en droog
ze af. DOMPEL DE ONDERDELEN NOOIT
IN WATER OF EEN ANDERE VLOEISTOF
ONDER.
- Maak het apparaat schoon met een vochtige
doek met een paar druppels afwasmiddel en
droog het daarna goed af.
- Gebruik geen oplosmiddelen of producten met
een zure of basische pH zoals bleekwater,
noch schuurmiddelen, om het apparaat schoon
te maken.
- Dompel het apparaat niet onder in water of
een andere vloeistof en houd het niet onder de
kraan.
- Indien het apparaat niet goed schoongehouden
wordt, kan het oppervlak beschadigd en de
levensduur van het apparaat verkort worden,
en kan er een gevaarlijke situatie ontstaan.
- De volgende onderdelen mogen met warm
zeepwater schoongemaakt worden of in de
vaatwasser geplaatst worden (op een zacht
wasprogramma):
- Mand
- Deksel
- Binnenpan
- Romp