CONFIGURATIES INSTALLATEUR
Dit hoofdstuk is bestemd voor het gekwalifi ceerde
personeel dat de portierscentrale na de installatie
programmeert met behulp van stap-voor-stap geleide
menu's die op het display worden weergegeven en
die toegankelijk zijn vanuit het hoofdmenu.
C1 - Type centrale (modus Simplebus Top)
De centrale kan een secundaire centrale of een
hoofdcentrale zijn.
• Stel Simplebus in wanneer de centrale gebruikt
wordt als secundaire centrale, in de uitgang vanaf
de klemmen LM-LM van de wisselcontacten art.
1424 (Simplebus TOP-installatie) (zie schema
SBTOP/001DSMC pag. 136); of wanneer de
centrale wordt gebruik in Simplebus-installaties met
wisselcontacten art. 1224A of in een installatie met
enkele stamleiding en zonder wisselcontacten.
LET OP! de secundaire centrale kan niet als parallel
aangesloten centrale worden geconfi gureerd.
• Stel Simplebus top in wanneer de centrale gebruikt
wordt als hoofdcentrale in een Simplebus top-
installatie, en dus geplaatst is in het traject vóór de
wisselcontacten art. 1424 die de zones/stamleidingen
bepalen (zie schema SBTOP/002DSMC pag. 144).
De secundaire centrale of hoofdcentrale moet daarna
worden geconfi gureerd als:
1- ENKEL
2- PARALLEL
3- SERIE.
1- Selecteer enkel als er maar één centrale in het
systeem aanwezig is of als de centrale als enige
een bepaalde stamleiding bedient.
2- Bij 2 hoofd- of secundaire centrales die dezelfde
stamleiding bedienen, betekent de confi guratie
parallel dat beide centrales dezelfde functies
hebben (zie schema SBTOP/005DSMC pag. 150).
De centrale die als eerste op een oproep reageert,
maakt het voor de andere centrale onmogelijk om
hetzelfde te doen.
De in- of uitschakeling van één van de 2 centrales
veroorzaakt automatisch de in- of uitschakeling van
de ander.
Kies de instelling Parall. LS-IN voor de centrale
die is aangesloten onder de lijn LS-LS van het
wisselcontact art. 1424; kies de instelling Parall.
LP-IN voor de centrale die is aangesloten onder de
lijn LPin-LPin van het wisselcontact art. 1424.
Voor de parallelle centrale is is de omzetting
op NACHT niet mogelijk en evenmin de functie
DAG/NACHT AUTOMATISCH (zie"I9- Instelling
dagelijkse modus" pag. 26).
Als het scherm van de twee centrales in de
ruststand staat moet het volgende verschijnen:
een P, die aangeeft dat de centrale parallel is
geconfi gureerd, en het vast brandende symbool
3- In het geval van 2 hoofdcentrales of secundaire
centrales die dezelfde stamleiding bedienen,
impliceert de confi guratie serie dat slechts 1 van
de 2 centrales operatief kan zijn
(Serie master), terwijl de andere gedeactiveerd is
(Serie slave) (zie schema SBTOP/004DSMC pag.
148).
Om een centrale van master op slave te zetten en
omgekeerd, zie "U11 De hoofdcentrales activeren
of deactiveren" pag. 12.
Als het scherm van de twee centrales in de
ruststand staat moet het volgende verschijnen: een
S, die aangeeft dat de centrale in in serie
geconfi gureerd is en het vast brandende symbool
.
LET OP!
- als
knippert, betekent dit dat de 2 centrales niet
correct communiceren.
- als het symbool ! verschijnt is er een
confi guratieprobleem van de 2 centrales (bijv. beiden
Serie master of slave, Parall. LP-IN of Parall. LS-IN
of de ene centrale serie en de andere parallel).
- indien in een Simplebus TOP-installatie (met
wisselcontacten art. 1424) zowel hoofdcentrales
als secundaire centrales aanwezig zijn (zie schema
SBTOP/003DSMC pag. 146); is het voor een
correcte werking van de installatie noodzakelijk om
op alle centrales de instelling "C5- Terugwerkende
compatibiliteit" pag. 31 te activeren.
.
29