Laat het condensaatreservoir volledig aan de lucht drogen.
Verwijder de vlotter niet uit het condensaatreservoir.
Controleer of de vlotter vrij kan bewegen en of de vlotter de niveauschakelaar
activeert als het condensaatreservoir vol is.
Plaats het deksel er weer op en monteer de draaggreep.
Schuif het condensaatreservoir opnieuw in de luchtontvochtiger.
9.2. Behuizing reinigen
Reinig de behuizing met een zachte, licht bevochtigde doek zonder dat er vocht in
de behuizing dringt. Gebruik geen agressieve, schurende of alcoholhoudende reini-
gingsproducten, omdat deze de oppervlakken kunnen beschadigen.
9.3. Filter reinigen en terugplaatsen
Moet het filter worden gereinigd, dan licht de toets
Verwijder het filterframe van de achterkant van het apparaat. Pak hiervoor de
greep vast en trek het filterframe naar voren en beneden. Verwijder het frame
volledig.
Zuig het stof op het oppervlak van het filterframe en eventueel van het luchtfil-
ter voorzichtig met een stofzuiger af.
Bij sterke verontreiniging het filterframe eventueel met een doek afnemen die
met een mild zeepsop is bevochtigd en vervolgens grondig afdrogen.
Voor het terugplaatsen van het filterframe zet u de drie grendelnokken van het
filterframe in de uitsparing bij het apparaat en klapt u het frame naar boven en
drukt u ertegen tot het hoorbaar vastklikt.
Werden het luchtfilter en het filterframe gereinigd, houd dan de toets
durende circa 3 seconden ingedrukt om de filter te resetten. De toets gaat uit.
groen op.
DE
FR
NL
ES
IT
ge-
85