NEDERLANDS
De kabels of adapters zijn oververhit.
Er komt een sterke geur uit het toestel.
Mogelijke fouten.
E1: Fout in de temperatuursensor in de binnenunit.
E2: Fout in de temperatuursensor in de leidingen van de binnenunit.
E3: Fout in de temperatuursensor in de leidingen van de buitenunit.
E4: Fout of lek in het koelsysteem.
E6: Fout van de motor in de binnenunit.
E7: Fout in de temperatuursensor in de buitenunit.
E8: Fout in de temperatuursensor van de buitenste afvoerslang.
E9: Fout in de externe IPM module (Intelligente energiemodule)
EA: Fout in de externe stroomdetector
EE: EEPROM fout in de centrale, buitenste printplaat.
EF: Fout in de ventilator van de motor.
EH: Fout in de externe temperatuursensor.
Instructies voor het onderhoud
1. Kijk de informatie in deze handleiding goed na om te bepalen hoeveel plaats er nodig is voor
een goede installatie van het toestel en om te bepalen hoeveel afstand u moet bewaren tussen
voorwerpen en structuren.
2. Het apparaat moet worden geïnstalleerd, gebruikt en opgeslagen in ruimtes van minimaal
4 m².
3. Minimaliseer de installatie van leidingen.
4. De leidingen moeten beschermd worden tegen mogelijke fysieke schade en moeten niet
geïnstalleerd worden in niet geventileerde ruimtes minder dan 4m2.
5. Volg de nationale regelgeving in verband met de installatie van gasinstallaties.
6. De mechanische verbindingen moeten bereikbaar zijn voor onderhoudswerkzaamheden.
7 Volg de voorschriften in deze handleiding op het moment van de installatie, het onderhoud,
de herstelling en het weggooien van de koelvloeistof.
8.Zorg dat alle openingen vrij zijn van obstakels.
9. Laat herstellingen enkel uitvoeren door professionals aanbevolen door Cecotec.
10. Bewaar het apparaat zodanig dat het geen mechanische schade kan oplopen.
11. Het is aangewezen dat de persoon die belast wordt met werken aan het koelcircuit een
actueel en geldig certificaat heeft waarin door de sector erkend wordt dat de persoon
in kwestie capabel is om te werken met koelmiddelen volgens de in de sector geldende
voorschriften. Reparaties mogen enkel worden uitgevoerd conform de aanbevelingen
van Cecotec. De onderhouds- en herstellingswerkzaamheden die bijstand vereisen van
gekwalificeerd personeel, moeten uitgevoerd worden onder toezicht van een bevoegd persoon
gespecialiseerd in het werken met ontvlambare koelmiddelen.
12. Elke ingreep die een invloed kan hebben op de veiligheidsmaatregelen moet door bevoegde
252
ENERGYSILENCE 12000 AIR CLIMA
personen worden uitgevoerd.
Testen van de omgeving
Voor men begint te werken met systemen met ontvlambare koelmiddelen is het nodig om
enkele veiligheidstests uit te voeren om het risico op onsteking tot een minimum te beperken.
Vooraleer men herstellingen uitvoert van een koelsysteem is het nodig om volgende tests uit
te voeren.
Werkprocedure
Het is nodig om te werken onder gecontroleerde omstandigheden teneinde het risico op de
aanwezigheid van gas of damp te minimaliseren.
Algemene werkomgeving
Alle onderhoudspersoneel, alsook personen aanwezig in de werkruimte moet op de hoogte
zijn van het type werk dat men zal uitvoeren. Vermijd het uitvoeren van werken in besloten
ruimtes. De omgeving rond het werkgebied moet afgebakend worden. Verzeker u ervan dat het
werkgebied beveiligd is en vrij van brandbaar materiaal.
Controle op de aanwezigheid van koelmiddelen
De werkruimte moet zowel voor als na het uitvoeren van werken gecontroleerd worden met
een geschikte koelmiddeldetector om ervoor te zorgen dat de technicus op de hoogte is van de
potentieel brandbare atmosfeer. Verzeker u ervan dat de gebruikte lekdetectoren geschikt zijn
voor de detectie van ontvlambare koelmiddelen, bv. antivonk, correct verzegeld en intrinsiek
veilig zijn.
Aanwezigheid van brandblussers
Als men werken gaat uitvoeren aan de koelinstallatie of de omliggende onderdelen die
brandgevoelig zijn, moet men zorgen dat er een geschikte brandblusser binnen handbereik is.
Bij het laden van de koelvloeistof moet er een poederblusser of CO2-blusser binnen handbereik
zijn.
Ontstekingsbronnen
Geen enkel persoon die werkt aan koelsystemen, in het bijzonder aan de leidingen ervan, mag
ontstekingsbronnen op dergelijke manier gebruiken dat ze een risico op brand of ontploffing
veroorzaken. Alle mogelijke onstekingsbronnen, brandende sigaretten inbegrepen, moet men
ver genoeg van houden van plaatsen waar men airco installeert, onderhoudt of weggooit
omdat er op deze plaatsen mogelijk lekken van koelvloeistof aanwezig zijn. Voor de aanvang
van de werken moet de ruimte gecontroleerd worden op risico´s op ontsteking van ontvlambare
materialen als het risisco op onsteking zelf. Er mag geen rook aanwezig zijn.
NEDERLANDS
ENERGYSILENCE 12000 AIR CLIMA
253