Hoe het toestel opladen?
Om het toestel op te laden, zet u het UIT (0) en sluit u de adapter aan het toestel aan. Steek de adapter in het stopcontact (controleer eerst of de spanning van het
elektriciteitsnet overeenkomt met de spanning van de adapter) Het LED-controlelampje van het toestel gaat branden om aan te geven dat de batterijen nog aan
het opladen zijn. Laad de batterijen de eerste keer gedurende minstens 24 uur op. Daarna bedraagt de oplaadduur 8 uur.
Een batterij die gedurende 8 uur werd opgeladen, levert voldoende energie voor ongeveer 45 minuten gebruik. Na het toestel weer opgeladen te hebben, trekt u
de adapter uit het stopcontact en verwijdert u de stekker uit de basis van het toestel. Het toestel is nu klaar voor gebruik.
OPMERKING: De elektrische voeding kan lichtjes warm worden. Dit wijst zeker niet op een slechte werking van het toestel.
Voorzorgsmaatregelen voor het opladen van de batterijen :
1. Om een maximale levensduur van de batterijen te garanderen :
- Laad het toestel NIET continu op voor periodes langer dan 3 dagen.
- Laat het toestel NIET werken via de netvoeding als de batterijen volledig opgeladen zijn.
- Laad het toestel NIET op en bewaar het NIET bij radiatoren of andere warmtebronnen of op plaatsen rechtstreeks blootgesteld aan het zonlicht.
- Laad het toestel NIET op een vochtige plaats op, zorg ervoor dat de omgevingstemperatuur niet onder 0°C daalt en niet boven 40°C uitstijgt.
- Wij raden u aan om het toestel om de twee of drie maanden volledig te ontladen en daarna weer volledig op te laden. Laat daartoe het toestel werken
totdat het vanzelf stopt, zet het uit en laad het vervolgens weer volledig op.
2. Trek de elektrische voeding van het toestel uit het stopcontact wanneer het opladen afgelopen is.
15