NL
Gevarenniveau
In deze gebruikshandleiding worden
de volgende gevarenniveaus gebruikt
om op potentieel gevaarlijke situaties te
wijzen:
WAARSCHUWING!
De gevaarlijke situatie kan
ontstaan en leidt, indien de
maatregelen niet worden
opgevolgd, tot ernstig letsel
of de dood.
Aanwijzing
Een mogelijk schadelijke situatie kan
ontstaan en leidt, indien deze niet
wordt vermeden, tot materiële schade.
Opbouw van de
veiligheidsaanwijzingen
Aard en bron van het
gevaar!
 Gevolgen bij niet naleven
¾ Maatregel voor de
veiligheid
Elektrische veiligheid
¾ De accu niet blootstellen aan regen
en nattigheid.
¾ Houd het apparaat schoon. Door
vervuiling bestaat het gevaar voor een
elektrische schok.
¾ Sluit de contacten van de accu
nooit kort.
¾ De niet gebruikte accu uit de buurt
houden van paperclips, munten,
sleutels, spijkers, schroeven of
andere kleine metalen voorwerpen,
doe een overbrugging van de
contacten kunnen veroorzaken.
Een kortsluiting tussen de
accucontacten kan verbrandingen
of brand tot gevolg hebben.
28
Veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR!
Bescherming van uzelf en andere
personen
¾ Bij beschadigingen aan en
ondeskundig gebruik van de accu
kunnen dampen ontsnappen.
Zorg voor voldoende toevoer van
verse lucht en bezoek bij klachten
een arts. De dampen kunnen de
luchtwegen irriteren.
¾ Bij verkeerd gebruik kan vloeistof
uit de accu weglekken. Vermijd
contact hiermee. Bij toevallig
contact met water afspoelen. Komt
de vloeistof in de ogen, bezoek
dan direct een arts. Weglekkende
accuvloeistof kan leiden tot
huidirritaties en verbrandingen.
¾ Houd kinderen uit de buurt van de
accu.
¾ Bij kinderen moet erop worden
gelet dat zij niet met de accu
kunnen spelen.
¾ Dit apparaat kan worden
gebruikt door kinderen vanaf
8 jaar en personen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of
geestelijke vermogens of te
weinig ervaring en/of kennis, als
toezicht op hen wordt gehouden
of als zij instructies hebben
ontvangen betreffende het veilige
gebruik van de accu en de daaruit
voortvloeiende gevaren. Anders
bestaat er gevaar voor verkeerde
bediening en verwondingen.
Algemene veiligheidsaanwijzingen
¾ Controleer vóór de inbedrijfstelling
de accu visueel op beschadigingen.
¾ Gebruik geen beschadigde, defecte
of vervormde accu's.
¾ Stel de accu niet bloot aan vuur.
¾ Laad de accu alleen met de
door de fabrikant vrijgegeven
laadapparaaten.
Veiligheidsaanwijzingen