HET AANMAKEN LUKT NIET.
e
F
e
e
e
e
SLECHTE VERBRANDING EN/OF ROET/GEUR.
e
e
e
e
e
DE KACHEL GAAT LANGZAAM UIT.
e
e
e
e
DE KACHEL BLIJFT LAAG BRANDEN.
e
e
e
e
DE KACHEL BRANDT TE HOOG.
e
e
1
68
De batterijen zitten niet goed in de houder.
Controleren (fig. F).
De batterijen zijn niet meer krachtig genoeg voor de ontsteking.
Vervangen (fig. F).
U hebt de kachel helemaal leeggestookt of de kous is vervangen.
Na het plaatsen van de gevulde wisseltank 30 minuten wachten met
ontsteken.
U duwt de ontstekingstoets C te krachtig in, waardoor de ontstekingsspiraal
smoort in de kous.
Minder hard indrukken (hoofdstuk C).
De ontstekingsspiraal K is stuk.
Raadpleeg uw dealer.
De verbrandingskamer D is niet goed geplaatst.
Zet deze recht met de handgreep E, tot u hem makkelijk wat naar links en
rechts kunt schuiven.
U gebruikt verouderde brandstof.
Begin elk stookseizoen met nieuwe brandstof.
U gebruikt verkeerde brandstof.
Zie DE JUISTE BRANDSTOF (hoofdstuk "Wat u vooraf moet weten").
Er is sprake van stofophoping onder in de kachel.
Raadpleeg uw dealer.
De koushoogte is niet goed.
Raadpleeg uw dealer.
De wisseltank is leeg.
Zie hoofdstuk B.
Er zit vocht in het onderreservoir.
Raadpleeg uw dealer.
De kous is aan de bovenzijde verhard.
Kachel helemaal leegbranden (hoofdstuk G). Gebruik de juiste brandstof.
U gebruikt verouderde brandstof.
Begin elk stookseizoen met nieuwe brandstof.
De kous staat te laag.
Raadpleeg uw dealer.
De kachel had voor het bijvullen vrijwel alle brandstof verbruikt.
Na het plaatsen van de volle wisseltank 30 minuten wachten met ontsteken.
U gebruikt oude of verkeerde brandstof.
Zie DE JUISTE BRANDSTOF (hoofdstuk "Wat u vooraf moet weten").
De ruimte wordt onvoldoende geventileerd.
Zet even een raam of deur wijd open en laat deze daarna op een kier staan.
U gebruikt verkeerde, te vluchtige brandstof.
Zie DE JUISTE BRANDSTOF (hoofdstuk "Wat u vooraf moet weten").
De kous staat te hoog.
Raadpleeg uw dealer.