Installatie - Siemens IS390 Guia De Inicio Rapido

nl
S390:
Volumetrisch detectie, bereik 21 m.
IS390H: Krachtige volumetrisch detectie,
bereik 27 m.

Installatie

Dekkingsbereik (afb. 1)
Binnen de gespecificeerde omstandigheden voor
de omgeving reageert de detector op snelle en
langzame bewegingen van een indringer. Bij een
klein temperatuurverschil tussen indringer en
omgeving of bij extreme weersomstandigheden
neemt het detectievermogen echter af.
• De detector reageert het gevoeligst op
bewegingen die het dekkingsbereik dwars
doorkruisen.
• Het dekkingsbereik wordt beperkt door muren
en andere objecten.
• Voor een optimale gevoeligheid en ter
voorkoming van vals alarm dient u rekening te
houden met de volgende punten:
− Richt het dekkingsbereik zo in dat het aan
het einde wordt begrensd door een zo
uniform mogelijke referentie (vloer, muur).
− Stel de detector zo op dat een potentiële
indringer door het gehele dekkingsbereik
moet lopen.
− In het dekkingsbereik mogen zich geen
grotere voorwerpen bevinden die
bijvoorbeeld door sterke windstoten in
beweging kunnen worden gebracht (grote
takken, struiken, hoog gras).
− Het toevallig binnendringen door mensen en
dieren moet worden verhinderd,
bijvoorbeeld door een hek.
• Bij installaties waarvan de reikwijdte van één
detector niet voldoende is, het te bewaken
bereik in zones met meerdere detectors
onderverdelen.
N.B.: Het afdekken van het
dekkingsbereik wordt niet bewaakt.
Montage (afb. 2)
Detectors op 2,5 m tot 4,0 m hoogte monteren
door deze op
− een stabiele ondergrond vast te schroeven
of
− met bandbeugels aan een stabiele paal te
bevestigen.
De kabelinvoeringen mogen niet
worden verwisseld.
De kabelinvoeringen niet afdichten
omdat anders condens kan
neerslaan in de detector. Als de
kabeldiameter te klein is, kabel
breder maken met isolatieband.
Detector richten
Het detectiebereik van een PIR detector is niet
begrensd, maar een functie van grootte, snel-
heid en temperatuur van het contrast van een
doel tegen zijn achtergrond. De detector moet zo
worden uitgelijnd dat een natuurlijke of
kunstmatige achtergrond aan het einde van het
bereik het zichtveld bepaalt.
Zie voor details fig. 3
Het bewaakte gebied moet
vervolgens door middel van
looptests worden gecontroleerd.
Zie paragraaf "Looptest"
Bedrading (Fig. 5)
Het diagram laat de aansluitpunten van het
klemmenblok zien.
Programmering
Gevoeligheid
Alle instellingen van de IS390 gebeuren m.b.v.
DIP switches op het aansluitpaneel voor de
verschillende
vereiste detectiebereiken en montagehoogtes.
DIP1 − DIP2 Gevoeligheid
IS390 IS390H DIP 1
40% 40% OFF
75 % 75 % OFF
Max. Max. ON
Software Software ON
DIP switches 1 en 2 zijn voor de
gevoeligheidsinstelling op het vereiste
detectiebereik. We raden u aan een lagere
gevoeligheid in te stellen als het benodigde
dekkingsbereik kleiner is dan het nominale
dekkingsbereik van de detector. Hierdoor wordt
het risico van vals alarm kleiner.
010070_b_--_-- p9
Gebruiksvoorschriften
Adaptieve drempelwaarde-decodering (ATD)
Het achtergrondgeluid is voortdurend evenredig
verdeeld en wordt gebruikt om de 'threshold'
niveaus voor het alarm te regelen. Deze speciale
eigenschap vermindert het risico op eventuele
valse alarmen, veroorzaakt door wind,
bewegende vegetatie of voorwerpen met
thermische contrasten, ondanks het feit dat ze
zwakker zijn dan een persoon.
DIP3 Adapt. drempelwaarde−decodering
ATD UIT
ATD AAN
DIP4 Pulstelling
Pulstelling UIT
Pulstelling AAN
IS390H
In tegenstelling tot de IS390 biedt de H-versie
een 25% groter detectiebereik, een
geoptimaliseerd infraroodfilter door het silicium
venster evenals een geregelde verwarming, die
beslaan of bevriezen van het optiek verhindert.
Looptest
Om de looptest met behulp van de ISWT41 uit te
voeren, moet de DIP−schakelaar 5 in
hardwaremodus op 'AAN' worden gezet. Na de
looptest moet de 'test'−modus op 'UIT' worden
geschakeld.
DIP5 Looptest
Test UIT
Test AAN
Belangrijk: De zender ISWT41−T van het
draadloze installatietestapparaat moet binnen de
behuizing worden geplaatst met gesloten en
goed vastzittende detectorkap. De antenne van
de zender moet recht in de behuizing van de
detector worden geplaatst.
Anti−vandaal functie
De IS390/IS390H is voorzien van een
geavanceerde bescherming tegen vandalisme.
Deze detectors kunnen bepaalde afwijkingen
van hun uitlijning ten opzichte van hun
oorspronkelijke positie, zoals die tijdens de
installatie is ingesteld, waarnemen. Een
verandering van de uitlijning van de detectors
veroorzaakt een permanent alarm, totdat de
uitlijning van de detectors weer in de
oorspronkelijk positie terug is of totdat de positie
doelbewust opnieuw is ingesteld. Na de
inschakeltijd van normaal 60 seconden vanaf het
aanzetten, bepaalt de detector zijn
uitlijningspositie en slaat hij die op (alleen als de
detectorkap gesloten is). Na het openen en
sluiten van de kap bij aangezet apparaat bepaalt
de detector zijn uitlijningspositie opnieuw en
slaat hij de positiewaarde na 5 minuten opnieuw
op, zonder dat de detector in een toestand van
permanent alarm verkeert. De
anti−vandaalsensor kan worden gereset door het
apparaat 'UIT'−'AAN' te schakelen
(60 seconden).
DIP6 Anti−vandaal functie
Anti−vandaal UIT
Anti−vandaal AAN
Hardwaremodus:
Bij bediening van de detector in de
hardwaremodus activeert u de
anti−vandaalfunctie door 'DIP'− schakelaar 6 op
'ON' te zetten.
DIP 2
OFF
ON
OFF
ON
Onderhoud
Detector regelmatig (ten minste 2 maal per jaar)
op werking (looptest uitvoeren), vervuiling en
bevestiging controleren.
− Het venster van de detector uitsluitend met
een zachte doek reinigen. Geen oplosmiddel
gebruiken.
− Interieur van detector op vocht resp. de
afdichting van de kap controleren.
− Na extreme weersomstandigheden (storm,
sneeuwstorm, hagel enz.) detector op
OFF
beschadiging controleren. Sneeuw of stof van
ON
detectorvenster verwijderen.
Accessoires
OFF
Interfacemodule ISIF485B en
ON
installatiesoftware
De installationsoftware is heel nuttig voor
uitlijning en signaalcontrole tijdens de installatie
en het routineonderhoud. De software zal de
amplitudes die worden gegenereerd door
gewenste en ongewenste doelen aangeven en
helpen de gevoeligheid tijdens looptesten correct
in te stellen en ook de magnitude van
stoorsignalen tonen. De installatiesoftware moet
op een computer worden geïnstalleerd; een
interfacemodule is nodig om RS232/USB naar
RS485 te converteren. De informatie voor
installatie− en signaalmonitoring wordt op het
computerscherm weergegeven. Als meer dan
OFF
één detector op dezelfde
ON
RS485−communicatiebus wordt aangesloten,
moet elke detector een verschillend adres (ID)
hebben. De RS485−standaard verlangt een
bustopologie. Om correcte communicatie te
waarborgen, moeten beide uiteinden van de
datakabels worden afgesloten. De ISIF485B
heeft een ingebouwde afsluitweerstand. De
ingangskabel is 5,0 m lang en wordt afgesloten
met een RJ12−connector die past in de testbus
op de elektronische printplaat van de detector.
Technische gegevens
Voeding
Voedingsspanning ......... 10,5...30,0 VDC/24 VAC
Stroomverbruik (bij 12 V):
− ruststroom IS390 / IS390H ..................... 18 mA
Heating (enkel IS390H):
................................................ typ. 2 W bij −40 °C
Alarmuitgangen
relais .............................................. open bij alarm
− aanhoudtijd alarm ....................................>2.5 s
− contactbelasting............ 28 VDC/250 mA, 10 W
Elektronische uitgang, klem 4 ............alarm →0 V
Sabotagecontact
− contactbelasting ......................30 VDC/100 mA
Eisen aan omgeving
− operationele temperatuur
IS390 .........................................−20 °C ... +60 °C
IS390H ......................................−40 °C ... +60 °C
− luchtvochtigheid EN60721 ................... <95 %rF
OFF
ON
− beveiliging behuizing
EN60529, EN50102...................................... IP64
Bestelgegevens
IS390 PIR-detector ...................BPZ:5398270001
IS390H PIR-detector......................A5Q00005094
ISIF485B Installatiemodule
en software ....................................A5Q00026219
ISMD41−3 Materiaal voor
paalmontage ..................................A5Q00026220
ISWT41 Draadloos
looptestapparaat ............................A5Q00026218
nl
open collector
niet condenserend