INSTRUCTIES VOOR TYPEN 308 EN 308- -EU MATRIJZENSLIJPMACHINES
De Typen 308 en 308- -EU matrijzenslijpmachines zijn bedoeld voor het maken van sleuven, verrichten
van licht laswerk en verwijderen van scherpe randen.
Ingersoll- -Rand is niet aansprakelijk voor door de klant aangebrachte veranderingen aan de
gereedschappen voor toepassingen waarover met Ingersoll- -Rand geen voorafgaand overleg werd
gepleegd.
EERST DIT HANDBOEK LEZEN, DAN HET GEREEDSCHAP BEDIENEN.
HET BEHOORT TOT DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE WERKGEVER DE IN DIT
HANDBOEK GEGEVEN INFORMATIE AAN DE GEBRUIKER TER HAND TE STELLEN.
EEN NALATEN DE HIERNAVOLGENDE WAARSCHUWINGEN OP TE VOLGEN KAN LICHAMELIJK
INGEBRUIKNEMING VAN HET GEREEDSCHAP
Dit gereedschap altijd bedienen, controleren en
•
onderhouden in overeenstemming met alle
voorschriften (plaatselijk, staat, federaal en land), die
betrekking hebben op hand- -gehouden/
hand- - bediende pneumatische gereedschappen.
Voor veiligheid, topprestatie, en maximale
•
bestendigheid van de onderdelen dit gereedschap
laten werken bij een maximale luchtdruk van
90 psig (6,2 bar/620 kPa) bij een inlaat met een
luchttoevoerslang, die een inwendige diameter van
3/8" (10 mm) heeft.
Men dient te allen tijde de luchtinlaat af te sluiten en
•
de luchttoevoerslang te ontkoppelen voordat enig deel
aan dit gereedschap wordt aangebracht, verwijderd
of afgesteld, of voordat enig onderhoud aan dit
gereedschap mag worden uitgevoerd.
Geen beschadigde, gerafelde of versleten
•
luchtslangenof fittingen gebruiken.
Zorg ervoor dat alle slangen en fittingen de juiste
•
afmetingen hebben en goed zijn vastgemaakt. Zie
tekening TPD905- - 1 voor een typisch leidingnet.
Altijd schone, droge lucht gebruiken bij een
•
maximum luchtdruk van 90 psig. Stof- - corroderende
uitwasemingen en/of te grote vochtigheid kan de
motor van een drukluchtgereedschap ruïneren.
De gereedschappen niet smeren met ontvlambare of
•
vluchtige vloeistoffen als petroleum, diesel of
(straal)vliegtuigbrandstoffen
Geen typeplaatjes verwijderen. Beschadigde
•
typeplaatjes moeten worden vervangen.
GEBRUIK VAN HET GEREEDSCHAP
U moet te allen tijde oogbeschermers dragen wanneer
•
u dit gereedschap bedient of er
onderhoudswerkzaamheden aan uitvoert.
Altijd oorbeschermers dragen wanneer dit
•
gereedschap wordt bediend.
Houd handen, losse kleding of lang haar weg van het
•
draaiende eind van het gereedschap.
Let op en anticipeer op een plotselinge verandering in
•
de werking van persluchtgereedschap zowel tijdens de
start als gedurende het in bedrijf zijn.
Steeds in een goede houding staan. Als u het
•
gereedschap bedient mag U zich niet te ver
uitstrekken. Hoge reactiekoppels kunnen voorkomen
bij of beneden de aanbevolen luchtdruk.
De hulpstukken van het gereedschap kunnen, nadat
•
de regelaar is losgelaten, nog even blijven
doordraaien.
Voor ingebruikneming eerst op te hoog toerental en
•
trilling controleren.
Persluchtgereedschappen kunnen tijdens gebruik
•
ervan trillen. Trillingen, zich herhalende bewegingen,
of ongemakkelijke houdingen kunnen schadelijk zijn
voor uw handen en armen. Stop met bediening van
enig gereedschap wanneer u ongemak, een tintelend
Het gebruiken van andere dan originele Ingersoll- -Rand onderdelen kan gevaar opleveren voor de veiligheid, en een
vermindering met zich brengen van het prestatievermogen van het gereedschap en een toeneming van het onderhoud ervan, en
kan een vervallen van alle garantie- -bepalingen tot gevolg hebben.
Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door hiertoe gemachtigd en geschoold personeel. Raadpleeg uw
dichtstbezijnde erkende Ingersoll- - Rand Servicenter.
Richt al uw communicatie tot het dichtsbijzijnde
Ingersoll- - Rand Kantoor of Wederkoper.
Ingersoll- - Rand Company 2001
Gedrukt in U.S.A.
WAARSCHUWING
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE IS INGESLOTEN.
LETSEL TOT GEVOLG HEBBEN.
LET WEL
gevoel of pijn ervaart. Zoek medisch advies alvorens
werk te hervatten.
Uitsluitend de door Ingersoll- - Rand aanbevolen
•
bijbehorende onderdelen en hulpstukken gebruiken.
Dit gereedschap niet gebruiken wanneer het feitelijke
•
onbelaste toerental groter is dan het op de naamplaat
vermelde rpm.
Wanneer een gereedschap is gerepareerd, of wanneer
•
een slijpmachine in gebruik wordt gegeven moet,
voordat een schijf wordt aangebracht, eerst met een
tachometer het onbelast vermogen van de
slijpmachine worden gecontroleerd om er zeker van
te zijn dat het feitelijk toerental bij 90 psig (620
bar/6,2kPa) het in naamplaat gestampte of op de
naamplaat aangebrachte rpm niet teboven gaat.
Slijpmachines die in gebruikt zijn moeten tenminste
een maal per werktijd op gelijke wijze worden
gecontroleerd.
In geen geval mag een slijpschijf, slijpsteen of ander
•
hulpmiddel worden gebruikt dat, wanneer in bedrijf,
een lager maximum toerental heeft dan het onbelast
toerental van de Slijpmachine waarin het wordt
gebruikt. Het toerental moet te allen tijde conform
zijn met het maximum rpm dat op de slijpschijven is
aangegeven.
Voordat een slijpschijf wordt aangebracht moet deze
•
eerst op splinters en barsten worden gecontroleerd. U
mag in geen geval slijpschijven gebruiken waar
splinters af zijn, die barsten vertonen of op andere
wijze zijn beschadigd. Gebruik geen slijpschijven die
in water of enige andere vloeistof doornat zijn
geworden.
Voorkom blootstelling aan en inademen van
•
schadelijke stoffen een deeltjes die vrijkomen bij
gebruik van elektrisch gereedschap:
De stof die veroorzaakt wordt door schuren,
zagen, afslijpen en boren met elektrisch
gereedschap, alsmede andere
constructiewerkzaamheden, bevat chemicaliën
die bekend staan als kankerverwekkend en die
geboorteafwijkingen of andere voor de
voortplanting nadelige gevolgen kunnen hebben.
Enkele van deze chemicaliën zijn:
- - lood uit loodhoudende verf ;
- - kristallijnsilica in baksteen, cement en
andere metselwerkproducten;
- - arsenicum en chroom in met chemicaliën
behandeld timmerhout.
De risicofactor op grond van deze blootstellingen
varieert, afhankelijk van de regelmaat waarmee u
deze werkzaamheden verricht. De blootstelling
aan deze chemicaliën kan als volgt worden
gereduceerd: werk in een goed geventileerde
ruimte en met goedgekeurde
beschermingsmiddelen, zoals stofmaskers die
specifiek ontworpen zijn voor het uitfilteren van
microscopische deeltjes.
LET WEL
03533429
Form P6686- -EU
Versie 6
Augustus, 2001
NL