Aantal standconsoles
Afhankelijk van het type en de bouwlengte
►
van de paneelradiator monteren met het
opgegeven aantal standconsoles (afb. 2).
Alle instructies, met in het bijzonder de
►
technische gegevens en de toepassings
grenzen aanhouden.
Transport en opslag alleen in de bescher
►
mende verpakking.
Voormontage standconsole (afb. 5)
De afsluitkappen (3) in de beide openingen
►
aan de zijkant van de draagbuis (2a/2b) ste
ken.
De consolebok (4) in de daarvoor bedoelde
►
boringen van de draagbuis (2a/2b) steken.
De voorgemonteerde draagbuis , met de
►
sleufgaten voor de haken (6) op de conso
levoet schuiven en de gewenste afstand tot
de vloer instellen.
Opmerking:
De aanbevolen afstand
tot de afgewerkte vloer is 150 mm (afb. 4).
De draagbuis met de tapeinden (9) han
►
dvast fixeren.
De steun (5) boven in de consolevoet steken
►
(uitsparing naar voorkant gericht).
De afmetingen voor de montage van de
►
standconsoles op de radiator zijn opgeno
men in de tabel in afb. 6.
De montage van de radiator met de standcon
soles is mogelijk in verschillende volgordes:
•
Montagevariant A: Eerst montage van de
standconsoles op de radiator.
•
Montagevariant B: Eerst montage van de
standconsoles op de vloer.
Hierna worden beide montagevarianten be
schreven.
Montagevariant A
►
De radiator ondersteboven plaatsen (afb. A1).
►
De voorgemonteerde console in het on
derste deel van de radiator in de omgeving
van de strips schuin positioneren en voor
zichtig inschuiven (afb. A2).
De consolebok (4) wordt daarbij op de radi
atorlangsnaad geplaatst.
De haak (6) in onderste radiatorstrip han
►
gen en door het sleufgat van de draagbuis
(2a/2b) steken. Met de zeskantmoer (8) en
de ring (7) vastschroeven.
Door het vastdraaien van de zeskantmoer
(8) wordt de standconsole met de radiator
gespannen (afb. A3).
►
De radiator op de standconsolevoeten
plaatsen en op de opstellingslocatie positi
oneren (afb. A4).
Door de boringen van de standconsolevoe
►
ten de boorgaten markeren (afb. A5).
De radiator verwijderen en de gaten op de
►
gemarkeerde plaatsen boren (afb. A6).
De radiator in positie brengen, uitrich
►
ten en met geschikte pluggen, ringen en
schroeven (4 schroeven per console, max.
Ø 10 mm) op de vloer bevestigen (afb. A7).
De radiator na het losmaken van het
►
tapeind (9) en de zeskantmoer (8) hori
zontaal uitrichten. Daarna het tapeind (9)
en de zeskantmoer (8) weer vastdraaien
(afb. A8).
De verpakking weer volledig over de radia
►
tor trekken (afb. A9).
Montagevariant B
De standconsoles op de gegeven afstand
►
tot de vloer uitrichten en de boorgaten
markeren (afb. B1).
De gaten op de gemarkeerde plaatsen bo
►
ren (afb. B2).
De standconsoles in positie brengen,
►
uitrichten en met geschikte pluggen, rin
gen en schroeven (4 schroeven per conso
le, max. Ø 10 mm) op de vloer bevestigen
(afb. B3).
De radiator voorzichtig op de consolevoe
►
ten plaatsen (afb. B4).
De haak (6) in onderste radiatorstrip han
►
gen en door het sleufgat van de draagbuis
(2a/2b) steken. Met de zeskantmoer (8) en
de ring (7) vastschroeven (afb. B5).
Door het vastdraaien van de zeskantmoer
(8) wordt de standconsole met de radiator
gespannen.
De radiator na het losmaken van het
►
tapeind (9) en de zeskantmoer (8) hori
zontaal uitrichten. Daarna het tapeind (9)
en de zeskantmoer (8) weer vastdraaien
(afb. B6).
De verpakking weer volledig over de radia
►
tor trekken (afb. B7).
13