Onderhoud en verzorging,
Reinig het lamineerapparaat regelmatig en indien nodig.
Behuizing reinigen
1
Zet de stroomschakelaar in de stand OFF.
2
Trek de stekker uit het stopcontact.
Voorzichtig!
Gevaar voor brandletsel door heet oppervlak van het apparaat.
Het lamineerapparaat warmt op tijdens het warm lamineren. Wacht na het uitschakelen
enkele minuten tot het lamineerapparaat is afgekoeld voordat u het oppervlak van het
lamineerapparaat aanraakt.
Belangrijk!
Materiële schade door reinigings- of oplosmiddelen mogelijk. Gebruik geen reinigings- of oplos-
middelen.
3
Reinig het oppervlak van het apparaat met een zachte, iets vochtige en niet-pluizende doek.
Î U hebt het oppervlak van het apparaat van het lamineerapparaat gereinigd.
Transportrollen reinigen
Afzettingen en lijmresten op de transportrollen kunnen het lamineerresultaat nadelig beïnvloe-
den. Verwijder afzettingen en lijmresten op gezette tijden en telkens wanneer het lamineerresul-
taat niet zo is als verwacht.
1
Maak het lamineerapparaat gebruiksklaar.
2
Druk meerdere keren op de knop 'Gebruiksmodi' tot u een foliedikte hebt geselecteerd
(125Mic || 75Mic/80Mic).
De selectie van de foliedikte is willekeurig. Zorg ervoor dat de status-led GROEN knippert. Na
de opwarmingsfase brandt de status-led continu GROEN en de reiniging van de transportrollen
kan worden uitgevoerd.
Voorzichtig!
Gevaar voor brandletsel door heet oppervlak van het apparaat.
Het lamineerapparaat warmt op tijdens het warm lamineren. Raak het oppervlak van het
apparaat niet aan tijdens het gebruik.
3
Voer een gevouwen vel papier met de gevouwen rand naar voren recht in de invoerzijde van
het lamineerapparaat (achterkant) in.
Voorzichtig!
Gevaar voor brandletsel door hete lijmresten.
De lijmresten op het uitlopende papier zijn zeer heet. Pak het eruit komende papier alleen
aan het afgekoelde uiteinde vast.
- 207 -
NL