1. Druk op de verstelknop en trek aan de gor-
dels van het autostoeltje om ze losser te
maken (Fig. 17).
2. Open de gesp door op de rode knop te
drukken (Fig. 18).
3. Zet het kind in het autostoeltje.
WAARSCHUWING! De gordels moeten altijd
aan de groei van het kind worden aangepast.
Voordat u het autostoeltje in de auto instal-
leert, moet u ze op de juiste hoogte plaatsen.
Voor een goede afstelling moeten de gordels
ter hoogte van de schouders van het kind uit
de rugleuning komen. De hoofdsteun en de
gordels kunnen met de knop Z tegelijkertijd in
hoogte worden versteld om de groei van het
kind te volgen.
4. Leg de twee lipjes van de gesp op elkaar en
steek ze vervolgens in de gesp tot u een klik
hoort (Fig. 19).
WAARSCHUWING! Steek de lipjes nooit één
voor één in de gesp, noch slechts één van bei-
de. Druk op de knop Q om de afstelling van de
gordels uit te voeren.
5. Span de veiligheidsgordels van het auto-
stoeltje aan door aan de speciale verstel-
band te trekken (Fig. 20).
WAARSCHUWING! Het verkleinkussen ga-
randeert dat het kind vanaf de geboorte tot 6
kg goed ondersteund wordt en dat de nek en
rug de ideale houding hebben.
Gebruik het verkleinkussen nooit als het kind
meer dan 6 kg weegt (maximale hoogte van
het kind 60 cm).
3.2 GEBRUIK ALS LIGSTOELTJE
Als het stoeltje niet in de auto wordt gebruikt,
kan het ook worden gebruikt als ligstoeltje.
Zet het alleen op een stevige en horizontale
ondergrond.
WAARSCHUWING! Voordat u het stoeltje
vervoert, zet u de handgreep altijd weer op
stand A (verticaal).
WAARSCHUWING! Laat het kind nooit zon-
der toezicht achter.
WAARSCHUWING! Altijd het veiligheidstuig-
je gebruiken.
WAARSCHUWING! Het is gevaarlijk het auto-
stoeltje op een verhoging te gebruiken, zoals
tafels, stoelen, enz.
WAARSCHUWING! Dit autostoeltje is niet be-
doeld om er lange tijd in te slapen.
WAARSCHUWING! Gebruik het autostoeltje
niet als het kind nog niet in staat is alleen te
zitten. Het autostoeltje vervangt geen bedje
of wieg. Als het kind moet slapen, moet het
in een bed of geschikte wieg worden gelegd.
Gebruik het autostoeltje niet als er onderdelen
stuk zijn of ontbreken.
3.3 REINIGEN EN OPBERGEN
DE PLASTIC EN METALEN ONDERDELEN
REINIGEN
Gebruik alleen een vochtige doek om de
plastic of gelakte metalen delen te reinigen.
Gebruik nooit schuur- of oplosmiddelen. De
bewegende delen van het autostoeltje mo-
gen op geen enkele wijze worden gesmeerd.
DE STOFFEN BEKLEDING REINIGEN
De stoffen bekleding van het autostoeltje kan
geheel verwijderd en met de hand, of op 30°C
in de wasmachine gewassen worden.
Maak, om de bekleding te wassen, de gordels
los en verwijder de schouderriemen door ze
los te maken van de drukknoppen aan de ach-
terkant van het autostoeltje (Fig. 21) en uit de
gordels te trekken (Fig. 22).
Verwijder vervolgens de gordels uit de ope-
ningen en de vulling uit de hoofdsteun.
Open de knop onder de handgreep en verwij-
der de stof.
Om het stoeltje weer te bekleden, herhaalt u
de hiervoor beschreven handelingen in om-
gekeerde volgorde.
WAARSCHUWING! Positioneer de gordels
correct en voorkom dat ze verdraaien.
Volg bij het wassen de instructies op het etiket
van de bekleding, waar de volgende wassym-
bolen op staan:
Op 30°C in de wasmachine wassen
30° C
Niet bleken
30° C
Niet in de droger drogen
Niet strijken
60