NL
HOOFDSTUK 2
GEBRUIKSLIMIETEN
Onze overdrukgroepen zijn geconstrueerd voor het pompen van proper water zonder vaste stoffen in suspensie of abrasiematerieel.
WAARSCHUWING
De groep is niet geschikt voor het pompen van chemisch aggressieve of ontvlambare vloeistoffen
WAARSCHUWING
Het droog functioneren van de electropompen moet steeds vermeden worden.
• MAXIMUMTEMPERATUURVANDEGEP
OMPTEVLOEISTOF: 40 °C
HOOFDSTUK 3
HYDRAULISCHE INSTALLATIE
In figuur 2 worden de normaal gezien gebruikte installatieschema's weergegeven.
GEVAAR - RISICO VOOR ELECTRISCHE SCHOKKEN
Alle verrichtingen met betrekking tot de installatie moeten doorgevoerd worden met de groep, die niet meer
in verbinding staat met het voedingsnet.
In geval dat de overdrukgroep door een waterput gevoed wordt, vermijden dat zich fenomenen van niet met water gevulde put
voordoen;aanbevolen wordt de karaktergegevens van deze te controleren:
• STATISCH NIVEAU (aanvangniveau van de waterput)
• DYNAMISCH NIVEAU (het bereikt niveau gedurende de functionering van de groep)
• VERMOGEN
• Om ladingsverliezen te beperken
is het nodig de groep zo dicht
mogelijk bij het punt van de opname
te plaatsen en een zuigleiding te
voorzien met een gering aantal
krommingen, die echter een
voldoende straal zullen moeten
hebben
• Ook de diameter van de leiding zal
op een zodanige manier moeten
berekend zijn, teneinde het minimum
aan ladingsverliezen te beperken,
waardoor een grotere of gelijke
afmeting als de zuigmonden van de
electropompen nodig is
WAARSCHUWING
Het is goed om het verzamelen van waterverliezen afkomstig van eventuele slechte verzorging van pakkingen,
mechanische verzorgingen en overlopen van reservoirs, te voorzien.
In geval dat in de onmiddellijke omgevingen van de groep, op de persleidingen, geen onttrekkingspunten zijn, raden wij de
installatie van een proefkraan aan.
Het is nodig de voorlaaddruk van de membraanvaten, welke 0,2 bar minder dan de minimum sluitdruk van de lager bevindende
geijkte drukwaker moet resulteren, periodiek te controleren.
Dergelijke controle moet doorgevoerd worden in afwezigheid van druk in de installatie of bij gedemonteerde reservoirs.
72
• MAXIMUM/MINIMUM OMGEVINGS
TEMPERATUUR: 40 °C
• Om de vorming van luchtzakken
in de zuigleidingen te vermijden is
het nodig, dat deze een positieve
neiging, van neerwaarts naar
opwaarts hebben, tegenneigingen of
"ganzehalzen" vermijdend, en dat er
geen infiltraties in de verbindingen
aanwezig zijn
• De verzamelleiding van de groep
verbinden met de verdeelleiding,
een antivibrerende koppeling
tussenvoegend
• Deze verbinding kan zowel aan
de rechter- als de linkerkant van
de verzamelleiding uitgevoerd
worden door de blinde flens of de
schroefdraadkap te verplaatsen