5. Keuzeschakelaars ingang:
Deze knoppen worden gebruikt om het ingangssignaal te kiezen. Kies tussen LINE STEREO en PHONO.
6. GAIN-regeling voor kanaal 1-4:
Kies het gain-niveau van elk kanaal.
7. HIGH-regeling voor kanaal 1-4 (hoge tonen):
Regel de hoge tonen van elk kanaal.
8. MID-regeling voor kanaal 1-4 (middentonen):
Regel de middentonen van elk kanaal.
9. BASS-regeling voor kanaal 1-4 (lage tonen):
Regel de lage tonen van elk kanaal.
10. Volumeregeling voor kanaal 1-4:
Deze schuifknoppen dienen om het uitgangsniveau van elk kanaal bij te regelen zodat het gewenste volume
wordt verkregen.
11. GAIN-regeling voor kanaal 5-8:
Kies het gain-niveau van elk kanaal.
12. HIGH-regeling voor kanaal 5-8:
Regel de hoge tonen van elk kanaal.
13. MID-regeling voor kanaal 5-8:
Regel de middentonen van elk kanaal.
14. BASS-regeling voor kanaal 5-8:
Regel de lage tonen van elk kanaal.
15. Volumeregeling voor kanaal 5-8:
Deze schuifknoppen dienen om het uitgangsniveau van elk kanaal bij te regelen zodat het gewenste volume
wordt verkregen.
16. Cross-fader keuzeknoppen:
Deze knoppen dienen om te kiezen welke kanalen van 1-4 u wenst te gebruiken voor A en B van de cross-fader.
17. Cross-fader
Gebruik deze lineaire schuifknop voor een soepele overgang tussen 2 uitgekozen kanalen op A en B. U hebt de
mogelijkheid tussen een trage of een snelle overgang.
18. TALK OVER-schakelaar (voice-over):
Bij het indrukken van deze schakelaar vermindert het volume van de muziek terwijl de microfoon in gebruik is.
19. Volumeregeling DJ-microfoon:
Regel het volume van de microfoon bij.
20. OUTPUT MASTER faders:
Regel het volume van master A of B uitgang.
21. Volumeregeling hoofdtelefoon:
Regel het volume van de stereo hoofdtelefoon.
22. ¼" jackingang hoofdtelefoon:
Stereo jackingang voor hoofdtelefoon (1/4" – 6.35mm).
23. Monitorkeuzeschakelaar microfoon:
De 6-standen draaischakelaar laat u toe om de bron te kiezen naar welke u wenst te luisteren.
b. Achterpaneel (zie fig. 2)
24. Aarding:
Verbind de aarding van mengtafel 1-4.
25. Ingangsaansluitingen LINE 1-4:
RCA-connectors worden op één van de 4 CD / LINE-ingangen aangesloten.
26. MASTER-uitgangen:
Ongebalanceerde RCA-connectors worden aangesloten op om het even welke vermogenversterker. De
uitgangsspanning voldoet om het even welke versterker aan te sturen.
27. RECORD-aansluiting:
Stereo-uitgang (RCA-aansluitingen) voor de aansluiting van een extensie opneemapparaat.
PROMIX902
7
VELLEMAN