Rookmelder FMR 4245
Deze rookmelder is ontworpen om bij het uitbreken van een brand vroegtijdig te
waarschuwen. Het alarm wordt gegeven zodra rook het apparaat binnendringt.
Vlammen neemt het apparaat niet waar. De meeste branden breken 's nachts
uit. Aangezien slapende mensen niets ruiken maar wel bij geluid ontwaken,
beschermen rookmelders doeltreffend en vroegtijdig tegen dreigend gevaar.
Toepassingsgebieden: woningen, appartementen
Alarmsignaal:
akoestisch signaal met ca. 85 dB/3 m
Voor informatie over wat te doen bij brand kunt u terecht bij uw brandweer. Veel
brandweerkorpsen en brandverzekeraars beschikken over gegevensbladen
hiervoor en wijzen daarin ook op de noodzaak van rookmelders.
Montageplaats
Voor een optimale veiligheid is het raadzaam rookmelders in alle
vertrekken, gangen, bergingen, kelders en zolders te installeren. Een
minimale veiligheid wordt bereikt met één rookmelder in de gang, één
in het trappenhuis op iedere verdieping en één in iedere slaapkamer
(fig. A). In woningen met meerdere appartementen dient elk gezin zijn eigen
rookmelder te plaatsen.
• Niet in badkamers of garages monteren. In keukens alleen
indien een montage op minstens 4 meter afstand van fornuizen en
soortgelijke emissiebronnen mogelijk is.
• Niet installeren in omgevingen met een sterke luchtstroom, bijv. in
de buurt van ontluchtingskanalen. Hier zou de luchtbeweging m
ogelijk kunnen verhinderen dat rook de melder bereikt.
• Niet monteren op zeer stoffige plaatsen of op plaatsen met extreem
hoge luchtvochtigheid.
• Niet in de nok van een dak monteren, omdat zich hier bij brand
rookvrije lucht kan verzamelen. In vertrekken met meer dan 30°
dakhelling en een totale plafondhoogte tot 6 m dient een afstand
van 30 - 50 cm tot de nok aangehouden te worden.
• Bij een dakhelling tot 30° kan de melder aan het hellende dakvlak
worden bevestigd (fig. B).
• Minstens 50 cm afstand aanhouden tot muren, plafondbalken
(fig. C) en verlichting (fig. D).
• De melder in het midden van het plafond bevestigen en minstens
4 m afstand aanhouden tot open haarden en kachels (fig. F).
• In vertrekken van meer dan 60 m
meerdere melders nodig.
Montage/inbedrijfstelling
Bevestig de montageplaat met de meegeleverde schroeven en pluggen aan
en gangen langer dan 10 m zijn
2
het plafond (fig. E). Sluit de meegeleverde batterij aan op de batterijclip
(fig. G1). Als de batterij juist is aangesloten, licht het LED-lampje in de testknop
(fig. H1) om de 32 seconden even op. Test of het systeem goed werkt (zie
Test/onderhoud). Plaats de rookmelder op de montageplaat en draai hem met
de klok mee tot hij vastklikt. De blokkeerpal (fig. G2) voorkomt dat de melder
zonder batterij gemonteerd kan worden.
Test/onderhoud
Houd de testknop (fig. H2) ingedrukt tot het alarm klinkt. Daarbij wordt de
werking van de rookkamer, de analyse-elektronica en de batterij getest. Als
alles goed werkt, klinkt een luid en pulserend alarm. De test moet één keer per
maand en na het vervangen van de batterij worden uitgevoerd.
Om de 32 seconden voert het apparaat een zelftest uit. Dit herkent u aan het
kort oplichten van het LED-lampje (fig. H1). Bij een storing piept de melder
om de 32 seconden en knippert het rode LED-lampje afwisselend met de
pieptoon.
Opmerking: De tijd tussen de pieptonen kan ook aanzienlijk langer duren dan
32 seconden. Om de storing te verhelpen, neemt u de batterij 10 minuten uit
het apparaat.
Plaats vervolgens de batterij weer terug en druk op de testknop
(fig. H2) tot het alarm klinkt. Mocht dit niet helpen, dan moet de melder
vervangen worden.
Als de batterijspanning onder de minimumwaarde daalt, dan piept de melder
gedurende 30 dagen ongeveer één keer per minuut en knippert het LED-
lampje gelijktijdig met de pieptoon, om u eraan te herinneren dat de batterij
vervangen moet worden.
Het apparaat moet ongeveer twee keer per jaar droog worden afgenomen en
van buiten met een stofzuiger worden gereinigd.
Bijzonderheden
• Plaats de batterij met de polen in de juiste richting in het apparaat.
• Test het apparaat telkens na het vervangen van de batterij.
• Hittemelders of rookmelders zijn geen vervanging voor verzekeringen.
• Bij diepe slaap of onder invloed van alcohol of drugs wordt het alarm
niet altijd waargenomen.
• In ruimten van meer dan 60 m
10 m wordt geadviseerd meerdere melders te gebruiken.
• Lege batterijen horen niet in het huisvuil! Lever de batterij in bij uw
handelaar voor hergebruik.
• Neem bij technische problemen contact op met de fabrikant of uw
vakhandelaar.
8
2
en gangen met een lengte van meer