1. Veiligheidsinstructies
Deze veiligheidsinstructies bevatten informatie en veiligheidsvoorschriften
die moeten worden nageleefd voor veilig gebruik van de apparatuur onder
de beschreven omstandigheden. Als u deze informatie en instructies niet
naleeft, kan dit kan ernstige gevolgen hebben en kan dit een overtreding zijn
van de specifieke voorschriften betreffende het gebruik van het apparaat in
de Ex-zone. Lees deze veiligheidsinstructies zorgvuldig door voordat u het
apparaat gaat gebruiken. In het geval van tegenstrijdige informatie zullen
de gegevens in de veiligheidsmaatregelen gelden. In geval van twijfel (bij
vertaal- of drukfouten) is de Engelse versie doorslaggevend.
2. Defecten en beschadiging
Als er reden is om aan te nemen dat de veiligheid van het apparaat is
aangetast, moet het onmiddellijk buiten gebruik worden gesteld en buiten de
risicozone worden gebracht. Met passende maatregelen moet worden voor-
komen dat het apparaat per ongeluk weer in de risicozone in gebruik wordt
genomen. De veiligheid van het apparaat kan bijvoorbeeld in de volgende
gevallen zijn aangetast:
• Er is zichtbare schade aan de behuizing.
• Het apparaat is blootgesteld aan overmatige belasting.
• Het apparaat is niet op de juiste wijze bewaard.
• Het apparaat is tijdens transport beschadigd geraakt.
• Markeringen of opschriften zijn onleesbaar.
• Het apparaat functioneert niet meer correct.
• Toegestane limieten zijn overschreden.
3. Veiligheidsvoorschriften
Bij gebruik van de intrinsiek veilige Bluetooth-scanner wordt aangenomen
dat de gebruiker de gebruikelijke veiligheidsvoorschriften naleeft en de con-
formiteitsverklaring heeft gelezen, zodat het apparaat op juiste wijze wordt
bediend.
Volg onderstaande instructies op:
• Het apparaat mag niet uit elkaar worden gehaald.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt in zone 0 en 20.
• De klant mag de kopmodules niet wijzigen.
• De kopmodules mogen alleen worden gewijzigd door de fabrikant of een
van zijn erkende servicecentra.
57