Zelfs als de veiligheidsvoorschriften in acht worden
genomen en de veiligheidsvoorzieningen worden
geïmplementeerd, kunnen bepaalde risico's niet worden
vermeden. Deze omvatten:
Verwondingen die worden veroorzaakt door het
aanraken van draaiende of bewegende onderdelen.
Verwondingen die worden veroorzaakt bij het
vervangen van onderdelen, bladen of accessoires.
Verwondingen die worden veroorzaakt door langdurig
gebruik van het gereedschap. Als u langere periodes
met het gereedschap werkt, is het raadzaam om
regelmatig een pauze in te lassen.
Gehoorbeschadiging.
Gezondheidsrisico's als gevolg van het inademen van
stof dat door gebruik van het gereedschap wordt
veroorzaakt (bijvoorbeeld tijdens het werken met hout,
vooral eiken, beuken en MDF).
Gebruik
Waarschuwing! Laat het gereedschap in zijn eigen tempo
werken. Vermijd overbelasting.
Snelheidsregelaar (fig. G)
Met de snelheidsregelaar (1) kunt u de snelheid van de
machine aanpassen aan het materiaal van het werkstuk.
Stel een lage snelheid in als u een fijne korrel gebruikt, als u
met kunststof of keramiek werkt en als u geverfde of
geverniste oppervlakken verwijdert.
Stel een hoge snelheid in als u een grove korrel gebruikt en
als u
veel materiaal verwijdert.
Stel met de snelheidsregelaar (1) de vereiste snelheid
in.
In- en uitschakelen (fig. G)
Druk de aan-uitschakelaar (2) in om het gereedschap in
te schakelen.
Laat de aan/uit-schakelaar (4) los om het gereedschap
uit te schakelen.
De continustand activeren:
- Druk de aan/uit-schakelaar (2) in.
- Druk de vergrendelingsknop (3) in.
- Laat de aan/uit-schakelaar (2) los.
Druk de aan/uit-schakelaar (2) in en laat deze los om
het gereedschap uit te schakelen als de continustand is
geactiveerd.
Stofcassette leegmaken (fig. F)
De stofcassette (14) moet om de 10 minuten worden
geleegd.
Trek de stofcassette (14) naar achteren en los van het
gereedschap.
Draai de kap (19) linksom om deze te verwijderen.
Houd de stofcassette (14) vast met het filter (18) naar
beneden en schud de cassette (14) leeg.
Schud de kap (19) leeg.
Plaats de kap (19) op de stofcassette (14) en draai de
cassette rechtsom om deze te vergrendelen.
Plaats de stofcassette (14) terug op het gereedschap.
Het filter van de stofcassette reinigen (fig. F) (indien geleverd)
Waarschuwing! Reinig het filter nooit met behulp van
borstels, perslucht of scherpe voorwerpen. Was het filter
evenmin uit.
Het filter (18) van de stofcassette is herbruikbaar en
moet regelmatig worden gereinigd.
Maak de stofcassette (14) op de hiervoor beschreven
wijze leeg.
Trek het filter (18) van de stofcassette (14).
Verwijder het overtollige stof door het filter (18) leeg te
kloppen in een
vuilnisbak.
Plaats het filter (18) terug.
Breng de kap (19) aan.
Schuif de stofcassette (14) op het gereedschap en zorg
ervoor
dat deze goed vastzit.
De stofzak legen (fig. E)
De stofzak (13) moet na elke 10 minuten gebruik worden
geleegd.
Trek de stofzak (13) naar achteren en van de machine.
Houd de tuit omlaag en schud de stofzak (13) om deze
te legen.
Schuif de stofzak (13) op de machine en zorg ervoor dat
deze stevig vastzit.
De stofzak (13) kan zo nodig uit het bijbehorende frame
worden verwijderd en worden gewassen. Laat de stofzak
drogen voordat u deze terugplaatst.
Speciale toepassingen (fig. H, I en J)
Knikarm (fig. H) (indien geleverd)
Gebruik gedeelte A voor groeven of schuren in het
midden van werkstukken en in nauwe stukken. Gebruik
gedeelte B voor bolle oppervlakken.
Rechte arm (fig. I).
Gebruik de gewone of smalle arm voor algemene
toepassingen, voor het maken van sleuven en voor het
maken van verbindingen.
Smalle arm (fig. J) (indien geleverd)
Gebruik de smalle arm voor fijnere details, voor snijden
en voor graveren.
NEDERLANDS
37