KOFFIEZETTEN
• Til de deksel van het koffiezetapparaat (b) op. Fig. 3.
• Vul de koffiekan (g) met koud of lauw water. Giet water in het
waterreservoir (c) Fig. 4.
• Het aantal kopjes is via markeringen op de koffiekan en op het apparaat
zelf door middel van de aanduiding van waterpeil aangegeven.
Overschrijd 10-15 kopjes niet. Fig. 5
• Plaats de koffiekan (g)met het deksel (e) op een juiste manier op de
warmhoudplaat (h) om het mechanisme, dat voor het doorlopen van
de koffie zorgt, te activeren. Fig. 8
• Controleer of de filterhouder (i) juist is aangebracht. Fig. 6. Doe een
papieren filter in de filterhouder (i). Zorg dat de papieren filter goed
open is en juist in de filterhouder is geplaatst. Fig. 7.
• Als de gemalen koffie per ongeluk in het reservoir wordt gegoten,
schakel het apparaat niet in en reinig het reservoir.
De gemalen koffie kan de waterleiding verstoppen.
• Voeg 1 maatlepel (P) gemalen koffie per kopje toe. Voeg maximaal 10
maatlepels toe (70 g). Fig. 9.
• Sluit het deksel (b) .
Als het koffiezetapparaat in stand-by staat, druk op een willekeurige
toets om het apparaat te activeren.
• Druk op de ON/OFF knop (J) om de cyclus te starten. U hoort een
geluidssignaal en het koffiekan-symbool verschijnt op het scherm. Fig. 10.
• Aan het einde van de koffiezetcyclus wordt de warmhoudfunctie
automatisch gedurende 30 minuten ingeschakeld. Het koffiekan-
symbool blijft gedurende de warmhoudfase op het scherm weergegeven.
• Om het koffiezetapparaat tijdens de cyclus uit te schakelen, druk op de
ON/OFF knop (J).
Opmerking:
• De hoeveelheid koffie in de koffiekan aan het einde van de
koffiezetcyclus is kleiner dan de hoeveelheid water die in het reservoir
werd gegoten omdat de gemalen koffie en de filter circa 10% van de
vloeistof absorberen.
• Het reservoir is aan de achterkant van het apparaat voorzien van een
opening. Als u te veel water in het reservoir giet, stroomt het via deze
opening weg.
40