Installatie; Bedieningsinstructies; Technische Gegevens - Vetus VENT178 Instrucciones De Instalación

Inleiding
De VETUS afzuigventilator type VENT 178 is bestemd voor de
ventilatie van de machinekamer.
Waarschuwing
Om persoonlijk letsel te voorkomen dienen tijdens
installatie en onderhoud de elektrische aansluitingen altijd
losgekoppeld te zijn.
Gebruik de ventilator nooit in een ruimte waar de
omgevingstemperatuur hoger is dan 70°C is.

Bedieningsinstructies

Alvorens de scheepsmotor te starten dient de ventilator
gedurende minimaal 4 minuten ingeschakeld te worden en de
ruimte op eventuele dampen te worden gecontroleerd.
Schakel de ventilator nooit in tijdens bijtanken.
Installatievoorbeelden
De ventilator kan in een aantal verschillende situaties worden
toegepast.
Voorbeeld 1
In deze situatie zuigt de scheepsmotor zijn verbrandingslucht
separaat aan (via een rooster met luchtaanzuigkast). De
ventilator wordt gebruikt om opgewarmde lucht uit de
machinekamer af te zuigen. Dit kan zowel bij stilstaande als bij
draaiende motor. Zie tekening 1.
Voorbeeld 2
In deze situatie zuigt de scheepsmotor zijn verbrandingslucht
NIET separaat aan. Alleen tijdens stilstand van de scheeps­
motor kan de machinekamer middels de ventilator worden
geventileerd. Zie tekening 2.
Zorg altijd voor voldoende grootte van de ventilatieopening(­en)
en voldoende capaciteit van de ventilator(­en). Verkeerd geko­
zen ventilatie openingen en ventilatoren kunnen uiteindelijk
leiden tot een minder goed functioneren van de scheepsmotor.
Raadpleeg altijd de inbouwinstructies van de scheepsmotor
leverancier.
N.B. Bij een DIESEL­motor dient de lucht bij voorkeur onder in
de machinekamer te worden toegevoerd en zo hoog mogelijk
te worden afgezogen.
Belangrijk
Bij een BENZINE­motor dient de lucht boven in de
machinekamer te worden toegevoerd en zo laag mogelijk
te worden afgezogen, daar waar het het meest waar­
schijnlijk is dat er zich dampen zullen verzamelen. Dit
punt moet altijd lager liggen dan de bovenzijde van de
motor­fundatie. Het mag echter niet gebeuren dat de slang­
opening zo laag geplaatst is, dat bilgewater mogelijk door
de ventilator de slang wordt ingezogen.
2
080104.03

Installatie

De ventilator dient zodanig geplaatst te worden dat vocht
(zeewater) geen schade aan de ventilator (elektromotor) kan
veroorzaken. Monteer de ventilator in een schot of vloer, dit kan
zowel horizontaal als verticaal. Het schot of de vloer dient t.p.v.
de ventilator vlak te zijn. Boor of zaag een gat met een diameter
van 182 mm in het schot of de vloer. Boor de gaten voor de
boutjes of de schroeven, gebruik de ventilator als boormal.
Bevestig de ventilator met 4 RVS boutjes of schroeven van M6
of 1/4". Zet de schroeven gelijkmatig vast, maar zet ze niet te
vast om scheuren van de montageflens te voorkomen.
Ventilatieslang
Pas ventilatieslang toe met een inwendige diameter van
178 mm (7"), welke aan de volgende eisen dient te voldoen:
­ gladde binnenzijde
­ bestand tegen een temperatuur van minimaal 70°C
­ water, olie en brandstof bestendig
­ bestand tegen onder­ en overdruk
Houdt verder de ventilatieslang zo kort mogelijk, pas zo min
mogelijk bochten toe en houdt de radius van de bochten zo
groot mogelijk. Monteer de slang met een draaiende beweging
op de slangaansluiting. Bevestig de ventilatieslang met 2 RVS
slangklemmen per aansluiting. Een ril op de slangaansluitingen
houdt de slang vast en zorgt ervoor dat de slangen er na de
installatie niet afglijden.
Veiligheid
Breng een rooster aan over de aanzuigopening indien
de aanzuigzijde van de ventilator niet voorzien wordt van
ventilatieslang. Dit voorkomt aanraking met het draaiende
ventilatorblad.
Elektrische aansluiting
Let er op dat de boordspanning overeenkomt met de op de
ventilator vermelde aansluitspannning (12 V of 24 V). Sluit de
ventilator aan volgens bijgaand schema. Oranje is +, zwart is ­.
Installeer in de + draad een zekering van 8 A (bij 12­V) of 4 A
(bij 24 V). Verleng de aansluitdraden indien nood zakelijk. Mi­
nimale draaddoorsnede 1,5 mm
stand zijn tegen temperaturen van meer dan 70°C. Gebruik ge­
isoleerde kabelschoenen. Eventueel kan een thermostaat (5)
in serie met de schakelaar in het circuit worden opgenomen.

Technische gegevens

Motor : 12 V of 24 V gelijkspanning
Toerental : 4000 omw/min nominaal
Vermogen : 50 Watt
Stroomsterkte : 6 A bij 12 V; 3 A bij 24 V
Capaciteit : max. 12 m
Ventilatorbehuizing : aluminium
Ventilatorblad : kunststof, polypropyleen, ø 6,5"
Slangaansluitingen : ø 178 mm
Gewicht : 2,4 kg
Maximale omgevings­
temperatuur : 70°C
Deze ventilator voldoet aan de vereisten van EG­richtlijn
89/336/EEC (EMC) (EN 55014)
NEDERLANDS
2 , de isolatie mantel moet be­
3 /min bij resp. 12 V en 24 V
Afzuigventilator VENT178