InstallatIe
vertIcaal met opstand
6.3 Dakhaken monteren
A
Opstandhoek
15°
22°
30°
f verwijder de dakpannen tot aan de volgende dakspant
of verschuif de pannen. let erop dat de dakhaken in een
golfdal moeten liggen.
1
1 dakhaak
f Bevestig iedere dakhaak met minstens twee houtschroe-
ven aan de dakspanten.
f stel de dakhaken ten opzichte van elkaar af. gebruik de
onderlegplaten om de hoogtes te egaliseren.
34 |
Afstand dakhaken
B
A met R1
A met R2
mm 2080
900
-400
±200
mm 1995
900
-400
±200
mm 1864
900
-400
±200
f span een richtlijn tussen de buitenste dakhaken van het
geplande collectorveld. lijn alle andere dakhaken hierop
uit.
f plaats de dakpannen terug.
6.4 Opstand
f kort de opstandlijsten in tot de gewenste lengte. voor een
hoek van 15° heeft u slechts één lijst nodig. voor een hoek
van 30° schroeft u twee lijsten samen.
6.4.1 Opstand op bovenste dakhaken monteren
B
f Bevestig een draaihoek zo op de bovenste dakhaak, dat
de korte zijde omhoog staat.
1220
±200
f schroef de opstandlijst op de korte zijde van deze
1220
±200
draaihoek.
1220
±200
f schroef een andere draaihoek met de korte zijde op het
bovenste uiteinde van de opstand.
sol Bp