7.4. Netadapter aansluiten
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken/kortsluiting!
Er bestaat gevaar voor een elektrische schok of kortslui-
ting door onderdelen die onder stroom staan.
Het apparaat mag alleen met de door de fabrikant
geleverde netadapter worden gebruikt.
Bescherm de netadapter tegen regen en natheid.
Gebruik de netadapter uitsluitend in droge omge-
vingen, zoals bijv. in een robotmaaiergarage of een
andere inrichting die tegen de weersinvloeden be-
schermt.
Positioneer de netadapter op een minimale hoogte
van 30 cm om eventuele schade door water te ver-
mijden.
Netadapter niet afdekken, condenswater zou kort-
sluiting kunnen veroorzaken.
Netadapter en netsnoer mogen zich niet in het werk-
bereik bevinden om schade en zodoende een kort-
sluiting te vermijden.
Sluit de netadapter uitsluitend op stopcontacten aan
die met een aardlekschakelaar (RCD) zijn uitgerust.
Verbind de netadapter pas met het laadstation als de begrenzingskabel ge-
plaatst is en op het laadstation is aangesloten.
Verbind de laagspanningskabel met de bus aan de achterkant van het laadstati-
on.
Verbind de netadapter met een stopcontact van 100-240 V.
Controleer de bedrijfs- en laadstatus via het knipper- en oplichtgedrag van de
led van het controlelampje aan het laadstation:
Led knippert rood, brandt groen:
Led brandt groen:
Led brandt rood:
Led knippert afwisselend rood en
groen:
Controleer de aansluiting van de begren-
zingskabel
Bedrijfsklaar, accu is geladen
Accu laadt
Verbinding tussen robotmaaier en laadsta-
tion gestoord.
DE
FR
NL
ES
IT
119