Naaien
112 van 224
9. Naaien
9.1. Algemeen
Schakel de hoofdschakelaar (24) in.
Zet de naald bij het veranderen van het soort steek altijd in
de hoogste stand. Schuif de stof ver genoeg onder de pers-
voet (30). Laat de boven- en onderdraad ongeveer 10 cm naar
achteren uitsteken.
Zet de persvoethendel (20) omlaag. Terwijl u de draad met uw
linkerhand vasthoudt, draait u het handwiel (26) naar u toe en
plaatst u de naald op de plek van de stof waar u met naaien
wilt beginnen.
Druk op het pedaal. Hoe harder u drukt, des te sneller loopt de
machine. Voer de stof bij het naaien met zachte hand door de
machine. Naai door omzetten van de achteruithendel (6) en-
kele terugwaartse steken om de eerste steken van de naad
vast te zetten.
TIP
Als u niet zeker weet of bijvoorbeeld de draadspanning of het
soort steek juist is, probeert u de instellingen uit op een lapje.
De stof loopt automatisch onder de persvoet (30) door: de stof
mag niet met de handen worden tegengehouden of worden ge-
trokken, maar moet soepel worden geleid zodat de naad de door
u gewenste richting krijgt.
9.2. Selecteren van de juiste naald
OPMERKING!
Gevaar voor beschadiging!
Het gebruik van een defecte naald kan tot beschadiging van
het naaigoed leiden.
Vervang defecte naalden onmiddellijk.
Het nummer dat de sterkte van de naald aangeeft, is op de scha-
cht aangebracht.
Hoe hoger het nummer, des te sterker de naald.
9.3. Persvoet omhoog en omlaag bewegen
De persvoet (30) gaat omhoog of omlaag door de pers-
voethendel (20) omhoog of omlaag te bewegen.