6.1 6-polige stekker aansluiting ventilator
GEVAAR
Gevaar voor elektrische schokken
De stekker van de ventilator moet voor de
netaansluiting worden ingestoken!
Voor het opnieuw openen van de stekkerver-
binding moet het toestel in elk geval stroom-
loos worden geschakeld. De netaansluiting
mag pas plaatsvinden als de stekkerverbin-
ding tot stand is gebracht.
De kookplaat mag alleen worden ingescha-
keld, als de contrastekker van de ventilator
goed is ingestoken en de stekkerborging is
gesloten.
Werkwijze
Voor de ventilatoraansluiting dient u beide 6-polige stek-
kers met elkaar te verbinden.
Stekkerborging op de 6-polige stekker (ventilator) van de
kookplaat openen en de 6-polige contrastekker van de
ventilator(en) insteken tot deze goed vastklikt.
e
42
Montage afzuigsysteem
6.2 Montage kookplaatventilator
•
Het product mag alleen door een erkende vakman met
inachtneming van de plaatselijk geldende voorschriften
worden aangesloten; hetzelfde geldt voor de afzui-
gingsaansluitingen. De installateur is verantwoordelijk
voor de storingsvrije werking op de montageplek!
•
Let bij de inbouw op de geldende bouwvoorschriften
van de desbetreff ende landen en de energiebedrijven.
•
De kookplaatventilator kan als afvoerlucht- en als circu-
latieluchtapparaat worden ingezet.
•
De afzuiglucht in een voor dat doel aangebrachte venti-
latieschacht of door de huismuur naar buiten leiden.
•
De afzuiglucht mag niet via een in gebruik zijnde rook-
of gasafvoerschouw worden afgevoerd. Vraag in geval
van twijfel advies bij een erkend schoorsteenveger.
•
Als in de buurt van de kookplaatventilator een haardaf-
hankelijk vuur (hout-, kool-, olie- of gasvuur) aanwezig
is, moet er voor voldoende, vers aangevoerde lucht
worden gezorgd. Anders bestaat er gevaar voor vergif-
tiging. Een veilige werking van de kookplaatventilator
is gewaarborgd als de door de kookplaatventilator
veroorzaakte onderdruk de 0,04 mbar (4 Pa) niet over-
schrijdt en er voldoende verse lucht de ruimte in kan
stromen.
•
Afvoerluchtleidingen moeten voldoen aan brandklasse
B 1 DIN 4102.
•
Zorg ervoor dat er geen kleinere maat aansluitmof
wordt gekozen dan de minimale, nominale wijdte.
•
Het is van belang dat er altijd gebruik wordt gemaakt
van het voor de luchtgeleiding aanbevolen en met de
kookplaatafzuiging compatibele systeem.
•
De nominale wijdte van de circulatieluchtbuizen mag
niet lager zijn dan 150 mm.
•
Afvoerluchtleidingen zouden zo kort mogelijk moeten
zijn, niet in een hoek van 90 graden maar in wijde
bochten doorgetrokken moeten worden en geen dia-
meterreducties mogen hebben.
•
Buisdiameters nooit kleiner dan 150 mm kiezen.
50 cm voor de ventilatiemodule mogen geen bochten/
hoeken worden aangebracht.
•
Tussen twee hoeken/bochten altijd een recht stuk van
ca. 50 cm plaatsen.
•
De diameters van roosters en de uitsparing in de
plint zouden minimaal overeen moeten komen met
de diameter van de afvoerluchtleiding. Er dient een
uitstroomopening van minstens 500 cm² aanwezig te
zijn. De plintlijsthoogte inkorten of passende openingen
aanbrengen.
•
Zorg er tijdens de installatie voor dat de circulatieluch-
teenheid ook na het afmonteren van de keuken toegan-
kelijk blijft.
•
Eventueel moeten plintpoten van de keukenkastjes
worden verplaatst.
OPMERKING
Bij circulatiebedrijf dient voortdurend
voldoende geventileerd te worden om de
luchtvochtigheid af te voeren.
NL