Instellingen
Met behulp van de ACE 2.0-app kunt u de
standaardinstellingen en daarmee het gedrag
van de camera aanpassen aan uw persoonlijke
wensen, uw rijstijl en de situatie in de omgeving.
Individuele basisinstellingen:
Opnamesoorten
•
Drempelwaardes van de sensoren
•
Duur van de in- en uitstapfase
•
Selectie van handmatige opnamesoort
•
Cameraselectie/beeldfrequentie
•
Volume van de luidspreker
•
WLAN-instellingen
•
Daarnaast zijn er nog meer instellingen/
gegevens:
In- en uitschakelen van het automatisch
•
opvragen van de voertuiglocatie
Informatieweergave in de video's:
•
–
Datum
–
Tijd
–
GPS-coördinaten (afhankelijk van de
wettelijke landinstelling)
–
Snelheid
–
Eenheden snelheid
In- en uitschakelen van de veiligheids-LED
•
(afhankelijk van de wettelijke landinstelling)
In- en uitschakelen van de microfoon
•
In- en uitschakelen van de GPS-functie
•
(afhankelijk van de wettelijke landinstelling):
–
Berekening van de rijsnelheid
–
Tracering
–
Coördinaten in de mediagegevens
Weergave van de protocolgegevens van de
•
ACE 2.0 (loggegevens)
88
Algemene informatie over het product:
•
–
Gebruikshandleiding
–
Gegevensbescherming
–
Gebruiksvoorwaarden
–
Colofon
–
Licenties
–
Software
Bij een ingeschakelde cruise control
kunnen ook snelheidsovertredingen in
de gemaakte mediagegevens worden
gedocumenteerd.
Als de achtercamera in cabrio's
of vanwege andere technische
omstandigheden niet is gemonteerd,
moet in de ACE 2.0-app bij de
camerakeuze voor de voorcamera worden
gekozen.
Rijmodus
Voor de rijmodus kunt u de opnamesoort
en de drempelwaarde (gevoeligheid) van de
trillingssensor (G-sensor) instellen.
Opnamesoorten:
Situatieve opname (G-sensor):
•
Activatie bij trillingen (bijv. ongeval) of sterke
vertraging (vol op de rem)
Continue opname
•
Drempelwaarde G-sensor:
1: laagste gevoeligheid (hoogste
•
drempelwaarde)
5: hoogste gevoeligheid (laagste
•
drempelwaarde)
Informeer regelmatig of de continue
opname in de rijmodus is toegestaan in
het land waarin u zich bevindt.