NL
INSTELLING FUNCTIES (tab. 3)
De verschillende beschreven opties kunnen worden geselecteerd met de dip-switch-functies (deel 19 van afb.14).
- Gelieve er rekening mee te houden dat om de besturingseenheid een instellingswijziging te laten leren de stroom
moet worden uitgeschakeld en weer moet worden ingeschakeld, of anders dient u de 2 pinnen voor reset van de
besturingseenheid eventjes te laten kortsluiten.
TAB. 3
Funktie
Modus Ingang
Stap-voor-Stap
Radiokanaal ch1
Modus uitgang
Knipperlicht
Voorwaarschuwing 5
Opnieuw sluiten
Eindslag
Sluitpositie
Vertraging
Ingang contactlijst 10
VERMOGENSAFSTELLING
Volgens de regelgeving EN 12445 moeten alle automatiseringen de met een speciaal instrument gemeten botstest met
goed gevolg afleggen. Voer deze botstest uit en stel de kracht van de ZEN af met behulp van de trimmer (deel 22 Afb. 14).
Mocht dit niet voldoende zijn om binnen de grafiekwaarden van de norm te komen, dan raden wij u aan een zachte rubber
lijst aan de kop van de deur aan te brengen zodat de botsing minder hard aankomt. Mocht u nadat u de gevoeligheid hebt
afgesteld en een rubber lijst hebt aangebracht er nog niet in slagen aan de norm te voldoen, dan is het verplicht alternatieve
inrichtingen aan te brengen zoals bijvoorbeeld een contactlijst op de rand van het bewegende deel van de deur.
96
N.
OFF ON
Bechrijving
Dip
•
1
•
Openen - Stop - Sluiten
2
•
1
•
Openen - Sluiten
2
•
1
Openen
•
2
Woonblokfunctie
•
1
Openen - Sluiten
•
2
Besturing van openingsmanoeuvre uitgeschakeld
•
3
•
Knipperlicht (knip.)
4
•
3
•
Impuls 230V
4
•
3
•
Gebruikerslicht
4
•
3
•
Controlelampje
4
•
Uitgeschakeld
•
Ingeschakeld
•
Uitgeschakeld
•
6
Ingeschakeld
•
Uitgeschakeld
•
7
Ingeschakeld
•
Uitgeschakeld
•
8
Ingeschakeld
•
Uitgeschakeld
•
9
Ingeschakeld
•
Ingang NC
•
Gebalanceerde ingang
Opmerkingen
Wanneer er tijdens de opening op knop P/P wordt gedrukt, blokkeert de deur zich; door
opnieuw te drukken sluit hij. Wanneer er tijdens het sluiten op knop P/P wordt gedrukt,
blokkeert de deur zich; door opnieuw te drukken gaat hij open.
Wanneer er tijdens de opening op knop P/P wordt gedrukt, blokkeert de deur zich
korte tijd en gaat daarna dicht. Wanneer er tijdens het sluiten op knop P/P wordt
gedrukt, blokkeert de deur zich korte tijd en gaat vervolgens open.
Wanneer er tijdens de opening op knop P/P wordt gedrukt, gebeurt er niets, wanneer de deur
open is, laadt de knopt P/P de pauzeduur op. Wanneer er tijdens het sluiten op knop P/P
wordt gedrukt, blokkeert de deur een moment en gaat vervolgens open.
Wanneer er tijdens de opening op knop P/P wordt gedrukt, gebeurt er niets. Wanneer er tijdens de
pauzetijd op knop P/P wordt gedrukt, sluit de deur. Wanneer er tijdens het sluiten op knop P/P wordt
gedrukt, blokkeert de deur een moment en gaat vervolgens open.
Uitgang knipperlicht. Wanneer deze modus is ingesteld, krijgt u een knipperlichtfunctie
door een klein lampje (230V) op de klemmetjes 6 en 7 aan te sluiten.
Een impuls van één seconde (230V) bij openen (bij het begin van de
beweging).Nuttig voor het aansturen van een tijdrelais voor de verlichting of
om een (afb. 15B).
De uitgang (klemmetjes 6 en 7) wordt "gebruikerslicht" (230V, maximum100W).
Brandt tijdens de manoeuvres plus een vertraging van ongeveer 2 minuten.
Deze uitgang heeft een functie als "controlelampje"(gedifferentieerd knipperlicht dat de status
van de deur aangeeft). Deur gesloten = uit; bij opening = langzaam knipperend; bij sluiting =
snel knipperend; tijdens pauze = 2 knipperingen met pauze; deur geblokkeerd door stopknop
= constant brandend licht. Na een reset of een stroomuitval is het controlelampje uit.
Het knipperlicht wordt gelijktijdig met de motor van stroom voorzien.
Het knipperlicht wordt tenminste 5 seconden vòòr iedere manoeuvre van stroom voorzien.
Na een volledige opening, sluit de besturingseenheid de deur alleen weer door middel
van een handmatig bevel.
Na een volledige opening, sluit de besturingseenheid de deur weer na een geprogrammeerde pauzeduur.
Functie uitgesloten
Vermogensimpuls aan het einde van de sluiting. Is nuttig aangezien de
kanteldeur daarmee zijn beweging kan voltooien.
Functie uitgesloten
Afstelling van het sluitpunt na de zelflering
Aan het eind van de loop wordt de vertraging niet uitgevoerd.
Indien de vertraging is ingeschakeld halveert de motor zijn snelheid tegen het
einde van iedere bewegingsmanoeuvre.
Eventueel aangesloten contactlijsten moeten een NC-contact hebben (zie tab.2)
Eventueel aangesloten contactlijsten moeten een NO-contact hebben met een
parallel geschakelde 8K2 weerstand (zie tab. 2)