EN 360:2002.
Dit product is bestemd om te worden gebruikt ter bescherming tegen en ter voorkoming van de risico's
van het vallen van een hoogte in de industrie, in de bouw, bij reddingswerk en in het algemeen voor alle
toepassingen van werken op hoogte.
Er zijn vier modellen beschikbaar met verschillende lengte kabel: 10 m, 15 m, 20 m, 30 m (Tab.A).
Gebruik – Verordening PPE (EU) 2016/425
Gedurende de beweging van de gebruiker zal de kabel [2] oprollen of afrollen over een katrol aan de binnenzijde
van de automatische lijnspanner [1]. De kabel zal altijd gespannen staan door de werking van een aanspannende
veer. In het geval van een val zal het mechanisme de kabel blokkeren en de val stoppen. De lijnspanner is uitgerust
geactiveerd bij een val op scherpe kant (straal >=0,5 mm). Controleer bij ieder gebruik de functie van het automatisch
aanspannen en de blokkeerfunctie door stevig aan de lijn te trekken. Laat de kabel niet los maar geleid deze terug
door gebruik te maken van het geleidingskoord dat met het product wordt meegeleverd. Controleer of er geen
obstakels of obstructies in de weg zitten welke de soepele beweging van de kabel kunnen beïnvloeden. De maximale
werklast bedraagt 120 kg. Het bevestigingsoog [4] dient te worden verbonden met een structureel ankerpunt middels
een koppeling welke aan de EN 362 voldoet.
Het structurele ankerpunt waar het apparaat aan wordt bevestigd moet boven de gebruiker liggen en een minimale
breeksterkte hebben van 15 kN, conform de norm EN 795. Klim nooit boven het ankerpunt en voorkom dat zich
speling op de kabel vormt (
Bij gebruik in de open lucht het apparaat bedekken om het tegen weersinvloeden te beschermen.
Hoge of lage temperaturen, vocht, regen, ijs, olie en stof kunnen de prestaties van het apparaat negatief beïnvloeden.
Verticaal gebruik
Bij dit gebruik beweegt de gebruiker zich in verticale richting (omhoog en omlaag). De draaikoppeling [5] dient
te voorkomen bij een eventuele val, wordt aanbevolen om binnen een hoek van 40 graden verticaal ten opzichte
van het apparaat te blijven. De vrije valruimte beneden de voeten van de gebruiker dient minimaal 3 meter te zijn.
Beneden deze hoogte dient de gebruiker voorzichtig te zijn daar hij niet volledig beschermd zou kunnen zijn bij een
eventuele val (
de veiligheidslijn mee te worden genomen in de berekening van de benodigde vrije valruimte, gerelateerd aan de
gebruiksaanwijzing van deze veiligheidslijn.
Horizontaal gebruik (Rfu PPE-R/11.060)
De Cobra-modellen van 10 m, 15 m, 20 m en 30 m hebben de test met scherpe kanten met radius 0,5 mm voor
horizontaal gebruik (Rfu 11.060 Type A) succesvol doorstaan.
Voor de proef werd een stalen rand met een radius van r = 0,5 mm en zonder bramen gebruikt. Op grond van deze
balken of op een beklede en afgeronde dakreling. Bij horizontaal gebruik moeten de volgende voorzorgsmaatregelen
worden genomen:
1. Indien de voorafgaand aan de werkzaamheden uitgevoerde risicobeoordeling uitwijst dat de rand heel "scherp"
en/of "met bramen" is (zoals in het geval van een niet beklede dakreling, een geroeste stalen balk of een beton-
nen rand):
- voor het begin van de werkzaamheden een randbescherming monteren, of
- contact opnemen met de fabrikant.
2. Het ankerpunt mag uitsluitend op gelijke hoogte van de rand waarover zich een val kan voordoen of boven de rand
liggen (
).
).
42
[3] wordt