3.2.2
Aansluiting 230 V AC
B Gebruik alleen elektrische kabels van dezelfde
kwaliteit.
B Sluit op de uitgangen geen extra besturingen
aan die overige installatiedelen besturen.
De maximale vermogensopname
van de installatiedelen mag niet
groter zijn dan de aangegeven ver-
mogensopname (
op pagina 29).
Bij aansluiting van meer dan één verbruiker (ver-
warmingstoestel, enz.):
B Wanneer de maximale stroomopname groter
is dan de waarde van de in de schakeling
opgenomen scheidingsvoorziening met een
contactafstand van minstens 3 mm (bijvoor-
beeld zekering, aardlekschakelaar, moeten de
gebruikers apart van zekeringen worden voor-
zien.
3.3
Montage van het aanvullende
toebehoren
B Monteer het aanvullende toebehoren volgens
de geldende voorschriften en de meegele-
verde installatiehandleiding.
6 720 615 095 (2008/06)
hoofdstuk 2.4
Installatie
31