5 Installatie
1
2.
Om het condenswater van de driewegklep op te van-
gen, installeert u de uitbreiding (1), die in de leverings-
omvang van het product is opgenomen.
5.2
Elektrische installatie
De elektrische installatie mag alleen door een elektromon-
teur worden uitgevoerd.
5.2.1
Stroomtoevoer onderbreken
▶
Onderbreek de stroomtoevoer vooraleer u de elektrische
aansluitingen tot stand brengt.
5.2.2
Bekabelen
1.
Gebruik de snoerontlastingen.
2.
Verkort de aansluitkabels indien nodig.
30 mm max.
3.
Om kortsluitingen bij het per ongeluk loskomen van een
ader te vermijden, ontmantelt u de buitenste omhulling
van flexibele kabels slechts maximaal 30 mm.
4.
Zorg ervoor dat de isolatie van de binnenste draden
tijdens het ontmantelen van de buitenste omhulling niet
beschadigd wordt.
5.
Verwijder slechts zoveel van de isolatie van de binnen-
ste aders als voor een betrouwbare en stabiele aanslui-
ting vereist is.
6.
Om kortsluiting door het losraken van draden te voorko-
men, moeten na het isoleren aansluithulzen op de ader-
uiteindes aangebracht worden.
7.
Controleer of alle draden mechanische vast in de stek-
kerklemmen van de stekker zitten. Bevestig deze indien
nodig opnieuw.
5.2.3
Stroomvoorziening tot stand brengen
Opgelet!
Risico op materiële schade door te hoge
aansluitspanning!
Bij netspanningen boven 253 V kunnen elek-
tronische componenten vernietigd worden.
126
▶
Zorg ervoor dat de nominale spanning van
het stroomnet 230 V bedraagt.
1.
Neem de geldende nationale voorschriften in acht.
L
N
HI MID LOW
N
2
1
2.
Maak de schroeven (1) los en verwijder daarna de
schakelkastdeksel (2).
3.
Sluit het product via een vaste aansluiting en een elek-
trische scheidingsinrichting met minstens 3 mm con-
tactopening (bijv. zekeringen of vermogensschakelaar)
aan.
–
Scheidingsinrichting/zekering: 15 A
4.
Plaats een genormeerde drieaderige netaansluitkabel
door de kabeltule in het product.
–
Flexibele, dubbel geïsoleerde kabel, type H05RN-F
3G1.5mm²
5.
Bekabel het apparaat. (→ Pagina 126)
6.
Sluit de schakelkast.
7.
Zorg ervoor dat de toegang tot de netaansluiting altijd
gegarandeerd is en niet afgedekt is.
5.2.4
Toebehoren aansluiten
L
N
HI MID LOW
4
3
2
1
1.
Maak de schroeven (1) los en verwijder daarna de
schakelkastdeksel (2).
2.
Sluit de regelaar (3) aan.
Installatie- en onderhoudshandleiding aroVAIR 0020249958_03
N
5