Modbus-
Register-
commando
adres
03 / 06 / 16
5
03 / 06 / 16
6
03 / 06 / 16
7
03 / 06 / 16
8
03 / 06 / 16
9
03 / 06 / 16
10
03 / 06 / 16
11
03 / 06 / 16
12
0020311774_00 Installatie- en onderhoudshandleiding
Parameternaam
Systeemmodus
Ventilatorsnelheid instel-
len
Ventilatorwerking op tem-
peratuurinstelling
Eenheid voor tempera-
tuurweergave
Temperatuurcompensatie
voor koelbedrijf en venti-
latorbedrijf
Temperatuurcompensatie
voor CV-functie en elektri-
sche hulpverwarming
Onderbrekingsinterval
voor ventilo convector
Retourtemperatuurrege-
ling
Grootte stap, instelmogelijkheid, toe-
lichting
– 0: ventilator
– 1: koelen
– 2: verwarmen
– 3: elektrische hulpverwarming
– 4: verwarmen en elektrische hulpver-
warming
Fabrieksinstelling: 0
Niet alle instellingen zijn voor alle sys-
teemconfiguraties mogelijk.
– 1: laag
– 2: normaal
– 3: hoog
– 4: automatische werking
Fabrieksinstelling: 4
– 00: permanent ingeschakeld
– 01: permanent uitgeschakeld
Fabrieksinstelling: 00
Met deze parameter wordt ingesteld, of
de ventilator na instelling van de tempe-
ratuur wordt ingeschakeld of uitgescha-
keld.
– 00: °C
– 01: °F
Fabrieksinstelling: 00
Let erop, dat het wisselen van de ge-
toonde eenheid, ook invloed op de in-
gestelde temperaturen heeft.
-10 °C tot +10 °C (fabrieksinstel-
ling: 0 °C)
-10 °C tot +10 °C (fabrieksinstel-
ling: 0 °C)
– 00: 0 seconden
– 05: 5 seconden
– 10: 10 seconden
– 15: 15 seconden
– 30: 30 seconden
– 60: 60 seconden
– 90: 90 seconden
Fabrieksinstelling: 00
Met deze parameter kan het ontstaan
van een continue, koude luchtstroom
worden begrensd.
1 °C tot 3 °C (fabrieksinstelling: 1 °C)
137