6.3 Automatische nachtverlaging
Pompen die in combinatie
met gasboilers met een kleine
watervoorraad toegepast worden,
mogen nooit op de automatische
nachtstand ingesteld worden.
Om verzekerd te zijn van een juist functioneren
van het automatische nachtverlaging, moeten
de volgende aanwijzingen in acht worden ge-
nomen:
• de pomp moet in de aanvoerleiding worden
geinstalleerd.
• Het systeem moet uitgerust zijn met een
flowtemperatuur sensor en een apparaat
voor automatische controle op het overscha-
kelen tussen normaal en nachtbedrijf.
Om de automatische nachtverlaging te active-
ren stelt u de instelknop in op
(Pos. 1 = automatische nachtverlaging, pos. 2
= normaal bedrijf.)
Let op: Wanneer het verwarmingssysteem niet
naar behoren functioneerd (te lage warmte-
capaciteit), controleer dan of de automatische
nachtverlaging ingesteld staat. Zo ja, schakel
deze functie uit.
Indien eenmaal de automatische nachtverla-
ging is ingeschakeld, zal de pomp automatisch
omschakelen tussen normaal- en nachtverla-
ging, zie
.
(Pos. 1 = normaal bedrijf, pos. 2 = geen auto-
matische nachtverlaging, pos. 3 = met automa-
tische nachtverlaging.)
Overschakelen tussen normaal bedrijf en
nachtverlaging hangt af van de aanvoer-
leidingstemperatuur.
86
, zie
.