Nominale laadstroom
Energieverbruik in ruststand
Toegestane omgevingstemperatuur
Beschermingsgraad
Afmetingen aluminium behuizing
Einde van de elektrische leiding
Terminal voor elektrische voertuigen
Gebruikte fase
Vervaardigd in overeenstemming met de normen IEC 62196, IEC 61851-1, CE, EMC, RoHS
Totale lengte
Compatibel elektriciteitsnet
*Maximale stroom en oplaadtijd is afhankelijk van de eigenschappen van het op te laden elektrische voertuig.
De EVSE kan de laadstroom beperken bij hoge temperaturen
EN DE FR IT CZ
EN DE FR IT CZ
1) Controleer het laadpunt op uiterlijke zichtbare beschadigingen. Gebruik het laadpunt niet als het beschadigd is.
2) Duw de CEE-stekker van het laadpunt in de industriële CEE-contactdoos. Gebruik geen verlengsnoeren.
3) De rode of de blauwe LED op het laadpunt moet de eerste 2 seconden oplichten, wat aangeeft dat er initialisatie plaatsvindt.
4) Rood signaleert dat er een TN-S netwerk geselecteerd is. Blauw geeft aan dat er een IT-netwerk geselecteerd is.
5) Als de LED na twee seconden niet verandert, is er een probleem met het netwerk (waarschijnlijk wordt de PE-geleider niet correct
gedetecteerd). Controleer juiste aansluiting op de contactdoos of de bedrading binnenshuis.
6) Druk gedurende 5 seconden tijdens de initialisatiefase op de knop in het geval dat u van geselecteerd netwerk moet wisselen. Er
wordt dan een tweede netwerk geselecteerd. In sommige gevallen kan het laadpunt zelf het TN-S netwerk herkennen, maar in de
meeste gevallen is uitsluitend de gebruiker verantwoordelijk voor de juiste keuze van het netwerk.
7) Als de PE-leiding correct gedetecteerd wordt en als de initialisatie succesvol verloopt, dan signaleert een knipperende witte LED de
actuele status van de laadstroominstelling: 1x – 6A, 2x – 10A, 3x – 13A, 4x – 16A, 5x – 20A, 6x – 25A, 7x – 32A.
8) Dan, als alles in orde is, licht de LED ononderbroken groen op.
9) U kunt op elk willekeurig ogenblik vóór aansluiting van de connector de maximale laadstroom selecteren. Elke maal indrukken van
de knop wordt bevestigd door oplichten van de rode of de blauwe LED (volgens het geselecteerde netwerk). Het aantal malen
indrukken bepaalt de laadstroom, net als bij de inleidende signalering: zie punt 7
10)Het aantal knoppen wordt bevestigd door hetzelfde aantal witte LED-flitsers
11)Als de CEE contactdoos met een stroomonderbreker van minder dan 32A is gezekerd of als er overlapping dreigt met andere
apparaten, stel dan in het voertuig of op het laadpunt de verlangde laadstroom* in.
12)Nu kunt u de stekker in het voertuig duwen en het opladen wordt automatisch gestart.
*Het is belangrijk om de juiste oplaadsnelheid in te stellen vóór aansluiting van de EVSE op het voertuig. Anders kan de zekering
uitschakeling veroorzaken.
EN DE FR IT CZ
EN DE FR IT CZ
SPECIFICATIES
NL
NL
DA FI SE NO ES PL RU HU
DA FI SE
GEBRUIK VAN DE EVSE – AANSLUITINGEN
NL
NL
DA FI SE NO ES PL RU HU
DA FI SE
Max 1x32A of 3x32A* (22kW) - afhankelijk van de connector
Minder dan 0,5W
-40°C tot + 50°C
Behuizing en kabel: IP65, terminals ingetrokken: IP44
5 x 8 x 19 cm (HxBxL)
CEE32 (contactdoos met rode 5-pinnen op 32A)
Type 1 of Type 2 volgens IEC 62196-2 bij 32A
1 of 3 volgens aangesloten voertuig
5m of 7,5m
TN-S, IT