BLACK&DECKER GK1000 Traducción De Instrucciones Originales página 42

NEDERLANDS
Opmerking: Stel de zaagketting niet te strak af. Dit leidt
tot overmatige slijtage en beperkt de levensduur van het
kettingzwaard en de zaagketting. Daarnaast zullen
de prestaties van het gereedschap verminderen.
Opmerking: Controleer de kettingspanning regelmatig
bij het eerste gebruik en na vervanging van de ketting,
aangezien nieuwe kettingen meer rek vertonen.
Opmerking: Als de ketting niet goed op spanning kan
worden gebracht, moet hij wellicht worden vervangen.
Neem contact op met het dichtstbijzijnde servicecentrum.
De ketting en het kettingzwaard vervangen
Na langdurig gebruik moet de ketting (12) en/of het
kettingzwaard (3) mogelijk worden vervangen. Gebruik
hiervoor uitsluitend door Black & Decker aanbevolen
vervangingsonderdelen.
De zaagketting en het kettingzwaard verwijderen
(fig. A en B)
Waarschuwing! Draag altijd handschoenen bij het
verwijderen of monteren van de zaagketting. De ketting
is scherp en kan u ook verwonden als deze niet draait.
Waarschuwing! Het kettingzwaard en de ketting kunnen
na gebruik heet zijn. Laat deze afkoelen alvorens ze
te vervangen.
Plaats het gereedschap op een stevige ondergrond.
Draai de twee kettingmoeren (7) linksom met de
meegeleverde sleutel (9) en verwijder ze vervolgens.
Verwijder de kettingkap (8).
Open de handvatten en trek de bovenkaak (1)
naar achteren.
Trek het kettingzwaard (3) naar achter en haal
vervolgens de zaagketting (12) uit de groef in
het kettingzwaard (3).
Kaal de ketting (12) uit het gereedschap.
Til het kettingzwaard (3) over de draadeinden heen.
Het kettingzwaard en de ketting monteren (fig. C en D)
Waarschuwing! Draag altijd handschoenen bij het
verwijderen of monteren van de zaagketting. De ketting
is scherp en kan u ook verwonden als deze niet draait.
Plaats het gereedschap op een stevige ondergrond
om de montage uit te voeren.
Open de handvatten en trek de bovenkaak (1)
naar achteren.
Plaats het kettingzwaard (3) in de uitsparing tussen
de kettingspanner en het eerste draadeind. Laat
het kettingzwaard (3) vervolgens voorover over
de draadeinden zakken.
42
Plaats de zaagketting (12) om de voorkant van
het kettingzwaard (3) zodat deze aangrijpt in het
neustandwiel van het kettingzwaard (3).
Trek het kettingzwaard (3) en de zaagketting (12)
naar achteren, plaats de ketting in de groef in het
kettingzwaard en trek de ketting om het tandwiel (11),
zodat de tanden van het tandwiel in de ketting
aangrijpen.
Plaats de kettingkap (8) terug, breng de
kettingmoeren (7) aan en zet deze stevig vast.
Gebruik
Waarschuwing! Laat het gereedschap in zijn eigen tempo
werken. Niet overbelasten.
Reinig het gereedschap regelmatig volgens de
instructies in de paragraaf Onderhoud, met name
de ruimte onder de kettingkap.
De onderkaak (2) en bovenkaak (1) zijn ontworpen
om te sluiten wanneer een van de handgrepen wordt
losgelaten of nadat een tak is doorgezaagd. Als dit niet
gebeurt, schakel het gereedschap dan onmiddellijk uit
en koppel het netsnoer los. Ga na of de beweging wordt
verhinderd door zaagafval. Hiervoor kan het nodig zijn
om de kettingkap (8) te verwijderen. Als het probleem
zich na de montage nog steeds voordoet, breng het
gereedschap dan naar een erkend servicecentrum.
Smeren (fig. E)
Voor de ingebruikname en na elke tien minuten gebruik
moet het gereedschap worden gesmeerd met de juiste
kettingolie (cat.nr. A6027).
Open de smeerpuntafdekking (4) en zet de tuit van het
olieflesje in de smeeropening (10). Knijp vervolgens
lichtjes in het olieflesje om olie aan te brengen.
Dit is voldoende voor ongeveer tien minuten gebruik,
afhankelijk van de zaagsnelheid en de houtsoort.
Via de smeeropening loopt de olie naar de zaagketting
en het kettingzwaard (3). Als u te veel olie aanbrengt,
zal deze ook op het gebied rond de kaken terechtkomen.
Dit is normaal en niets om u zorgen over te maken.
In- en uitschakelen
Waarschuwing! Probeer nooit om een aan/uit-schakelaar
in de ingeschakelde stand vast te zetten.
Om veiligheidsredenen is dit gereedschap voorzien van
een dubbel schakelaarsysteem. Hierdoor wordt onbedoeld
inschakelen van het gereedschap voorkomen.
Inschakelen (fig. F)
Zorg dat u de handvatten stevig vastheeft en
knijp vervolgens beide schakelaars (5) in om
het gereedschap in te schakelen.