Dit beeld, dat je niet ziet, wordt door de tweede lens (het oculair, (1) nog eens vergroot en dan zie je het
„microscoop-beeld".
2. Waar en hoe zet je de microscoop neer?
Voordat je begint, kies je een geschikte plaats uit, om met de microscoop te kunnen werken. Aan de ene
kant is het belangrijk dat er voldoende licht is. Verder adviseer ik, de microscoop op een stabiele onder-
grond neer te zetten, omdat je op een wiebelende ondergrond geen goede resultaten kunt krijgen.
3. Normale observatie
Voor de normale observatie zet je de microscoop op een goed verlichte plaats (raam, bureaulamp). Neem
de microscoop uit de verpakking en kantel de microscoop-arm (9) in een voor jou gemakkelijke observa-
tie-positie.
Draai de scherpteregeling (2) tot aan de bovenste aanslag en stel de objectiefrevolver (3) op de kleinste
vergroting in.
Kijk nu door het oculair en stel de spiegel (5) zo in, dat je een gelijkmatig verlichte kring van licht krijgt. Of
gebruik het lampje (6). Over het lampje wordt meer verteld in het stukje hierna. Nu schuif je een duurzaam
preparaat (11) onder de klemmen op de objecttafel (4), precies onder het objectief. Wanneer je door het
oculair kijkt, zie je nu het uitvergrote preparaat. Het beeld zal eerst nog wazig zijn. De scherpte stel je in,
door langzaam aan de scherpteregeling (2) te draaien verschijnt tot het beeld scherp en helder. Nu kun je
een hogere vergroting kiezen, doordat je aan de objectiefrevolver draait en een ander objectief voor het
oculair haalt.
Als je de vergrotingsfactor verandert, moet je ook de scherpte opnieuw instellen, en hoe hoger de vergro-
ting, hoe meer licht er nodig is om de afbeelding goed te kunnen bekijken.
TIP: Vermijd bij het uitrichten van de spiegel de inval van direct zonlicht, omdat dit verblind en je zo geen
goed beeld kunt krijgen.
4. Observatie (Elektrische verlichting)
Om met het elektrisch licht (6) te kunnen werken, heb je twee batterijen van 1,5 V nodig,
die in de voet van de microscoop (7) worden geplaatst. Verwijder de rubberen voet (8) van
de microscoop en plaats de batterijen volgens de +/- markering. Doe de rubberen voet
weer op zijn plaats.
De verlichting gaat aan, als je lamp in de richting van de objecttafel (4) draait. Kijk door het oculair en
stel de lamp zo in, dat je een optimaal verlicht beeld krijgt. Nu kun je op dezelfde manier een observatie
uitvoeren als onder punt 1.3 beschreven (Normale observatie).
De peer (gloeilamp) van de elektrische verlichting kan worden vervangen. Er zit ook een reservepeertje
(16) bij de set. Let bij de aankoop van nieuwe gloeilampen op het maximaal toegestane aantal Watt. Hoe-
veel dat is, staat op de gloeilamp zelf aangegeven.
TIP: Hoe hoger de ingestelde vergrotingsfactor, des te meer licht er voor een goed belicht beeld nodig is.
Begin daarom altijd eerst met een geringe vergroting te experimenteren.
NL
17