Alvorens de sensor aan te brengen
Zorg dat u alle waarschuwingen gelezen en begrepen hebt, die in de
gebruiksaanwijzing van uw SpO
voordat u een T-serie sensor op een patiënt aansluit. Gebruik altijd de
juiste maat sensor op de geëigende plek bij de patiënt. (vinger bij
volwassen en pediatrie patiënten, hand of voet bij neonaten).
Inspecteer de sensor op beschadiging
• Controleer zowel de buiten- als de binnenkant. Open de sensor
voorzichtig en controleer de binnenkant op scheurtjes van of naast de
transparante silicone, die de optische elementen bedekt. Kijk of er geen
blaren op de silicone zitten en dat er geen vloeistof lekt uit de optische
elementen.
• Elke sensor die tekenen van beschadiging of veroudering vertoont dient
niet meer voor patiëntbewaking gebruikt te worden. Deze moet op
verantwoorde wijze als afval verwerkt worden (zie hieronder).
De sensor als afval afvoeren
Gooi slechte sensors weg
Elke sensor die tekenen vertoont van fysieke of elektrische verslechtering
of defecten, dient te worden gedesinfecteerd, gedecontamineerd en als
afval verwerkt te worden met in achtneming van de regels voor ziekenhuis
afval.
Verander regelmatig de meetplek
Verplaats de sensor elke 4 uur naar een andere meetplek, of vaker als de
circulatie of integriteit van de huid daartoe aanleiding geeft.
instrument en in dit document staan
2
32