Rq. Kwadratisch gemiddelde van profielafwijking.
Rt. Verschil tussen max. piek en max. dal.
Meting
Controleer de instellingen en de batterijcapaciteit.
Maak het te meten oppervlak schoon. Plaats het instrument stabiel op het te meten
oppervlak.
Zorg dat de probe loodrecht ten opzichte van het te meten oppervlak staat. Zie
afbeelding 1, 2, 3. Pas de hoogte van de achterste steun aan. Controleer of de
horizontale indicator op het display op 0 staat.
Druk de START-knop in. De waarde verschijnt op het display. Voer een testmeting uit
voordat u met de echte meting begint.
Geheugen Er kunnen 7 metingen worden opgeslagen.
Vóór een meting toont het display M. Na de meting toont het display .
Meetresultaat opslaan: Druk op de knop ▲SAVE.
Meetresultaat vervangen: Druk op de knop DEL/MENU.
Bladeren en opgeslagen meetwaarden aflezen. Druk op de knop ▼READ.
Het display toont de plek in het geheugen R en de meetwaarde.
Kalibreren Houd de knop CAL tot CAL op het display verschijnt.
Voer een meting uit op een standaard meetplaat met een bekende Ra-waarde.
Pas de waarde met behulp van de knoppen ▲▼ aan tot op het display dezelfde Ra-
waarde verschijnt. Druk op de knop DEL/MENU om af te sluiten. Herhaal de meting
en kalibratie totdat de nauwkeurigheid acceptabel is ten opzichte van de standaard
meetplaat.
Fabrieksinstellingen
Na installatie van een nieuwe probe of bij inconsistente metingen moeten de
fabrieksinstellingen worden hersteld.
Houd de knop DEL/MENU 16 seconden ingedrukt tot FAC op het display verschijnt.
CAL verschijnt op het display. Vervolgens knippert de waarde gedurende ca. 3
seconden op het display.
Druk op "CUTOFF" om te herstellen.
Na herstel van de fabrieksinstellingen is het noodzakelijk een nieuwe kalibratie uit te
voeren zoals hierboven beschreven.
Aansluiten op pc
Installeer de software en sluit de RS232-kabel aan. Zie afb. 4, pos. 3-6.
Klik op Data collection en vervolgens op Begin/Continue.
Druk op de knop ▼READ om de waarden uit het geheugen van het instrument op te
halen.
Batterij
4x1.5 AAA batterij.
Onderhoud
Het sensordeel en de diamanten probepunt zijn kwetsbare onderdelen die voorzichtig
behandeld moeten worden.
Netherlands
16