OBJ_BUCH-828-004.book Page 59 Friday, May 16, 2014 1:02 PM
– Markeer het kruispunt van de laserlijnen op de vloer
(punt I). Markeer bovendien het midden van de
0°-laserlijn op 5 m afstand (punt II) en op 10 m
afstand (punt III).
– Stel het meetgereedschap (zonder het te draaien) op
5 m afstand zodanig op dat het kruispunt van de laser-
lijnen het reeds gemarkeerde punt II raakt en de
0°-laserlijn door punt III verloopt.
Markeer het midden van de 90°-laserlijn op 5 m
afstand (punt IV).
– Draai het meetgereedschap zodanig 90° dat het
midden van de 0°-laserlijn door punt IV verloopt.
Het kruispunt van de laserlijnen moet nog steeds op
punt II liggen.
– Markeer het midden van de 90°-laserlijn op 5 m
afstand als punt V zo dicht mogelijk bij punt I.
– Het verschil d van de beide punten V en I levert de fei-
telijke afwijking van de 0°-laserlijn en de 90°-laserlijn
van de rechte hoek op.
Op het meettraject van 2 x 5 = 10 m bedraagt de maxi-
maal toegestane afwijking:
10 m x ±0,2 mm/m = ±2 mm.
Het verschil d tussen de punten I en V mag daarom hoog-
stens 2 mm bedragen.
Bosch Power Tools
Hoeknauwkeurigheid tussen 0°- en 45°-laserlijn
controleren
– Plaats het meetgereedschap in een van de hoeken van
het meetoppervlak. Schakel het meetgereedschap in
en stel het zo af dat de 0°-laserlijn langs de lange zijde
van het meetoppervlak en de 90°-laserlijn langs de
korte zijde van het meetoppervlak verloopt.
10 m
– Markeer het kruispunt van de laserlijnen op de vloer
(punt I). Markeer bovendien het midden van de
0°-laserlijn op 5 m afstand (punt II) en op 10 m af-
stand (punt III).
– Stel het meetgereedschap (zonder het te draaien) op
5 m afstand zodanig op dat het kruispunt van de laser-
lijnen het reeds gemarkeerde punt II raakt en de
0°-laserlijn door punt III verloopt.
Markeer de 45°-laserlijn op 5 m afstand (punt IV).
Nederlands | 59
1 609 92A 0L0 | (16.5.14)