Laat het restwater uit het apparaat en de slangen weglopen (zie ook "14.1.
Pompfilter reinigen" op blz. 142).
Verwijder de 4 afdekkappen en plaats de 4 transportbeveiligingen (zie ook "9.1.
Transportbeveiligingen verwijderen" op blz. 124, ga in de omgekeerde volgor-
de te werk).
Transporteer het apparaat indien mogelijk altijd rechtop.
17. Problemen oplossen
Probleem
De wasmachine werkt
niet.
Er komt water uit het ap-
paraat.
Het wasgoed in de trom-
mel is nat.
Er komt een onaangena-
me geur uit de trommel.
Er komt geen water in de
trommel.
Het wasresultaat is slecht
of het wasgoed komt niet
schoon uit de machine.
Mogelijke oorzaak
De watertoevoer is on-
derbroken.
De deur zit niet goed
dicht.
Het wasprogramma is
nog niet gestart.
De toevoerslang is niet
goed gemonteerd.
Er hebben zich resten
wasmiddel in de trommel
opgehoopt.
De watertoevoer is on-
derbroken.
Er is te weinig wasmiddel
gebruikt.
De hoeveelheid wasmid-
del was onvoldoende
voor de hardheid van het
water.
Het pompfilter is ver-
stopt.
Oplossing
Open de waterkraan.
Reinig de zeef in de
watertoevoerslang.
Sluit de wasmachin-
edeur.
Druk op de toets
(9).
Sluit de waterslang
goed aan.
Doe het wasgoed op-
nieuw in de trommel
en reinig het pomp-
filter.
Schakel voor de zelf-
reiniging het trom-
melreinigingspro-
gramma in.
Open de waterkraan.
Doseer het wasmid-
del afhankelijk van de
mate van vervuiling
en de hardheid van
het water (zie de aan-
wijzingen op de ver-
pakking van het was-
middel).
Reinig het pompfilter.
DE
FR
NL
ES
145