NL
Gevarenniveau
In deze gebruikshandleiding worden de
volgende gevarenniveaus gebruikt om op
potentieel gevaarlijke situaties te wijzen:
WAARSCHUWING!
De gevaarlijke situatie kan
ontstaan en leidt, indien de
maatregelen niet worden
opgevolgd, tot ernstig letsel
of de dood.
Aanwijzing
Een mogelijk schadelijke situatie kan
ontstaan en leidt, indien deze niet
wordt vermeden, tot materiële schade.
Opbouw van de
veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING!
Aard en bron van het
gevaar!
 Gevolgen bij niet-naleving
¾ Maatregel ter afwending
van het gevaar
Elektrische veiligheid
¾ Houd de accu uit de buurt van regen
en vocht.
¾ Houd het apparaat schoon. Door
verontreinigingen bestaat kans op een
elektrische schok.
¾ Sluit de contacten van de accu
nooit kort.
¾ De niet gebruikte accu uit de buurt
houden van paperclips, munten,
sleutels, spijkers, schroeven of
andere kleine metalen voorwerpen,
doe een overbrugging van de
contacten kunnen veroorzaken. Een
kortsluiting tussen de accucontacten
kan verbrandingen of brand tot gevolg
hebben.
24
Veiligheidsinstructies
Bescherming van uzelf en andere
personen
¾ Bij beschadigingen aan en
ondeskundig gebruik van de accu
kunnen dampen ontsnappen.
Zorg voor voldoende toevoer van
verse lucht en bezoek bij klachten
een arts. De dampen kunnen de
luchtwegen irriteren.
¾ Bij verkeerd gebruik kan vloeistof
uit de accu weglekken. Vermijd
contact hiermee. Bij toevallig
contact met water afspoelen. Komt
de vloeistof in de ogen, bezoek
dan direct een arts. Weglekkende
accuvloeistof kan leiden tot
huidirritaties en verbrandingen.
¾ Houd kinderen uit de buurt van de
accu.
¾ Bij kinderen moet erop worden
gelet dat zij niet met de accu
kunnen spelen.
¾ Dit apparaat kan worden
gebruikt door kinderen vanaf 8
jaar en personen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of
geestelijke vermogens of te
weinig ervaring en/of kennis, als
toezicht op hen wordt gehouden
of als zij instructies hebben
ontvangen betreffende het veilige
gebruik van de accu en de daaruit
voortvloeiende gevaren. Anders
bestaat er gevaar voor verkeerde
bediening en verwondingen.
Algemene veiligheidsinstructies
¾ Controleer vóór de inbedrijfstelling
de accu visueel op beschadigingen.
¾ Gebruik geen beschadigde, defecte
of vervormde accu's.
¾ Stel de accu niet bloot aan vuur.
¾ Laad de accu alleen met de
door de fabrikant vrijgegeven
laadapparaaten.
Veiligheidsinstructies