WAARSCHUWING ● Ge-
bruik het apparaat niet in nat
gras of in de regen. ● Gebruik het
apparaat niet bij bliksemgevaar.
●Maai altijd bij daglicht of bij
goed kunstlicht. ● Houd kinderen
uit de buurt van de maaiomge-
ving en onder toezicht van een
volwassene die niet de bediener
is; pas goed open schakel het
apparaat uit, als een kind de
maaiomgeving betreedt. ● Wees
voorzichtig hoe blinde hoeken,
struiken, bomen of objecten uw
zicht negatief kunnen beïnvloe-
den.
LET OP ● De bediener van het
apparaat is voor ongevallen met
andere personen of hun eigen-
dom verantwoordelijk.
Veilig gebruik
GEVAAR ● Controleer voor
gebruik van het apparaat of
messen, mespennen en me-
seenheid noch versleten noch
beschadigd zijn. ● Vergrendel de
in-/uitschakelaar nooit in de
AAN-positie; dit is extreem ge-
vaarlijk. ● Trek het apparaat al-
leen achteruit, als dit absoluut
noodzakelijk is. Het apparaat
van een wand of een hindernis
moet worden weggetrokken, kijk
dan eerst omlaag, om te voorko-
men dat u struikelt of met appa-
raat over uw voeten rijdt.
●Gevaar in contact met het
vrijliggende mes te komen of
door weggeslingerde voorwer-
pen te worden getroffen. Kantel
het apparaat niet, als u de motor
start of terwijl de motor loopt. Als
kantelen toch noodzakelijk is,
bijvoorbeeld om het starten te
vereenvoudigen, kunt u de voor-
zijde van het apparaat met 5 cm
optillen. Druk hiervoor de hand-
greep voorzichtig omlaag. U
moet het apparaat in de normale
bedrijfsstand brengen (d.w.z. Al-
le vier wielen op de grond), alvo-
rens met het maaien te
beginnen. ● Messen die met een
stroomvoerende kabel in con-
tact komen, kunnen vrijliggende
metalen onderdelen van het ap-
paraat onder stroom zetten en
een elektrische schok veroorza-
ken.
WAARSCHUWING ● De
messen van het apparaat zijn
scherp. Draag stevige hand-
schoenen en werk voorzichtig,
als u monteert, vervangt, reinigt
of de bevestiging van schroeven
controleert. ● Vervang versleten
of beschadigde delen steeds per
set, om de balans te garande-
ren. ● Zorg ervoor dat het appa-
raat in een veilige toestand is
door regelmatig te controleren of
bouten, moeren en schroeven
vast zijn aangedraaid. ● Vervang
versleten of beschadigde delen,
alvorens het apparaat in bedrijf
te nemen. ● Gebruik het appa-
raat nooit, als de in-/uitschake-
Nederlands
41