6
Installeer de beugel op het kinderfietsje met de afstand tussen de U-bouten I zo groot mogelijk, met de gebogen gedeelten van de U-bouten naar
buiten en van elkaar vandaan gericht (5.3) of met de gebogen gedeelten van de U-bouten in dezelfde richting (5.1 en 5.2). De gebogen "oren" van
de beugel (J) wijzen omlaag. Installeer de U-bouten niet met de gebogen gedeelten van de bouten naar elkaar toe gericht. Installeer de beugel
recht naar voren wijzend op het kinderfietsje en zet hem vast.
De U-bouten moeten worden aangehaald tot 20.4 Nm om het risico van letsel van de fietsers te voorkomen
7
Bevestig de trekstang op het kinderfietsje door het trekstanguiteinde L van de stang met één hand beet te pakken en de voorkant van het
Kinderfietsje met de andere hand op te tillen (7.1). Schuif het trekstanguiteinde omlaag over de bevestigingsbeugel totdat ze elkaar bij de "oren"
raken (7.2). Laat de stang en het kinderfietsje zakken maar houd het kinderfietsje iets omhoog totdat de stang geheel over de beugel is geschoven
(7.3). Bij juiste installatie wordt het voorwiel van het kinderfietsje van de grond gehouden en staan de gaten in het trekstanguiteinde en de
bevestigingsbeugel in lijn voor installatie van de snelkoppeling.
De afstand tussen het voorwiel van het kinderfietsje en de grond (M) moet 7,5–12,5 cm bedragen om het risico van letsel
van de fietsers te voorkomen. Zie zo nodig Afstellen van de wielhoogte (10).
8
Installeer de snelkoppeling (N) en de stelmoer (O) en zet ze vast.
9
6 mm / 8 mm QR
Gebruik van de snelkoppeling Om de stang goed vast te zetten, zet u de hendel in de open stand P en houdt u hem vast, en draait u de stelmoer
zo ver mogelijk aan. Draai de hendel naar de gesloten stand. Als hij halverwege gesloten is, moet u flinke weerstand voelen om de koppeling goed te
kunnen vastzetten. Als de weerstand onvoldoende is, opent u de hendel en draait u de stelmoer met de hand rechtsom aan. Draai de hendel helemaal
naar de gesloten stand Q en zet hem vast.
10
Zo nodig moet u bepalen hoe ver het voorwiel van het kinderfietsje verhoogd of verlaagd moet worden.
U kunt het wiel ongeveer 5 cm verhogen door de bevestigingsbeugel van de bovenste (5.1) naar de onderste positie (5.2) te verplaatsen, of ongeveer
2 cm voor elke shim die u tussen de bevestigingsbeugel en de bovenste U-bout toevoegt (10.1). U kunt het wiel ongeveer 5 cm verlagen door de
bevestigingsbeugel van de onderste (5.2) naar de bovenste positie (5.1) te verplaatsen, of ongeveer 2 cm voor elke shim die u tussen de
bevestigingsbeugel en de onderste U-bout toevoegt (10.2).
11
Om een shim(s) (R) op de bevestigingsbeugel te installeren, draait u eerst alle moeren los. De moeren niet verwijderen. Steek de shims op de
vereiste plaats in tussen de bevestigingsbeugel (J) en de U-bout K, zet ze in lijn en haal de moeren aan volgens de specificaties.
Verkeerd afstellen van de hoek van de bevestigingsbeugel kan ertoe leiden dat het kinderfietsje te hoog of te laag boven de
grond hangt en ernstig letsel van de fietsers veroorzaken.
12
Verwijder het voorwiel nadat het kinderfietsje op de trekstang is bevestigd. Bepaal de maat van de vork en het vereiste materiaal.
7/8 inch shimset (S+T), 1 inch shimset (T), Ovale shim (U), kleine vorkklem (V), grote vorkklem (W).
13
Schuif de vorkklem over de linkerkant van de vork (eventueel de rechterkant) omhoog tot aan de bovenkant, met de boutopening in de vorkklem
naar achteren en installeer desgewenst een shim (s). Installeer de kogelbusbout (X), de onderlegring (Y) en de borgmoer (Z). Alleen met de hand
aandraaien. Installeer het voorwiel weer en zet het stuur recht. Zet de buisklem (AA) en de vorkklem in lijn zodat de stabilisatiestang (BB) naar
beneden klapt en over de bout (X) valt; draai beide klemmen aan.
Bout CC moet tot 10.8 Nm worden aangehaald en bout X moet tot 13.5 Nm worden aangehaald om het risico van
letsel van de fietsers te voorkomen.
14
Haal de trekstang los van het kinderfietsje en zet hem in de opslagstand (gat DD). Steek de pen in het gat en vergrendel de stang. Steek de
snelkoppeling in het trekstanguiteinde voor opslag. Waarschuwing: Te strak vastklemmen van de snelkoppeling kan het trekstanguiteinde door
verbuiging beschadigen. Draai de linkermoer van de achteras los (eventueel de rechtermoer). Plaats de opslagbeugel (EE) naar achteren tussen het
fietsframe en de asmoer (FF). Alleen met de hand aandraaien. Klap de zijstang opzij en omlaag, zet de opslagbeugel in lijn om de trekstang te
ontvangen en draai de moer van de achteras en de opslagbeugel aan.
15
Houd er rekening mee dat scherpe randen die werden veroorzaakt door montage moeten worden verwijderd voordat u hem gebruikt
Eventuele wijzigingen aan de Trailgator is verboden!
2 NL