3. Transformator aansluiten
Aansluiting van de Transformer 32 VA
Verbind eerst de draad van de rode middenleider van de aansluitrail met de rode klem
("B" = baanstroom) van Transformer 32 VA. Verbind vervolgens de bruine massadraad
van de aansluitrail met de bruine klem ("0" = massa) van Transformer 32 VA
⇒ tekening 4, blz. II.
Let op!
De aansluitdraden mogen nooit in het stopcontact gestoken
worden. Wijs uw kinderen uitdrukkelijk op dit gevaar!
Meerdere aansluitrails
Op middelgrote en grotere banen moet de voeding op meerdere plaatsen ge-
schieden. Wij raden aan op elke 2 à 3 m raillengte een aansluitrail in te bouwen
⇒ tekening 5, blz. II.
Meerdere stroomkringen
Om meerdere lokomotieven afzonderlijk te kunnen regelen, moet de baan door de
inbouw van middenleiderisolaties (5022 voor M-rails, 7522 voor K-rails, 74030 voor C-
rails) in meerdere stroomkringen onderverdeeld worden. Elke stroomkring krijgt een
eigen Transformer 32 VA met tenminste één rijstroomaansluiting. Let er absoluut op dat
de vermelde opmerkingen over de veiligheid bij het gebruik van meerdere transfor-
matoren in acht genomen worden ⇒ tekening 6 en 7, blz. III.
3.3 Aansluiten van de transformator 32 VA aan
Märklin 1 modelbanen
Bij Märklin 1-rails wordt de voedingsspanning op het garnituur aansluitklemmen 5654
gezet.
De Transformer 32 VA is alleen voor het gebruik in droge ruimtes geschikt
⇒ tekening 8, blz. IV.
3.4 Lampen of magneetartikelen aansluiten
Modelbaanlampjes of magneetartikelen zoals wissel- of seinaandrijvingen worden aan
de constante 16 Volt wisselspanningsuitgang van een transformator aangesloten. Alle
in deze gebruiksaanwijzing beschreven transformatoren hebben een dergelijke uit-
gangsklemmen (gele + bruine aansluitklem).
Elektrische toebehoren of lampen mogen nooit tegelijk op
twee verschillende transformatoren aangesloten worden.
Worden twee elektrische toebehoren samen op een schakelrail of
een schakelbord aangesloten, dan moeten ze allebei ook door
dezelfde transformator gevoed worden.
40