10. Druk op de aan/uit-toets om het koffiezetapparaat in te schakelen.
Het rode stroom-controlelampje gaat branden, aangevend dat het apparaat
koffie zet.
11. De koffie begint even later uit de filterhouder te druppelen.
U kunt tijdens het koffiezetten de kan van de warmteplaat nemen. Het
koffiezetten stopt niet als u dat doet, alleen vloeit de koffie dan niet uit de
filterhouder. Neem de kan niet langer dan 30 seconden van de warmteplaat,
anders kan de koffie uit de filterhouder overlopen.
Hoewel het koffiezetapparaat is uitgerust met bovenstaand kenmerk is het
niet raadzaam koffie te serveren voordat de cyclus is voltooid, omdat dit een
invloed kan hebben op de smaak van de koffie.
Het is normaal dat er stoom uit het apparaat komt terwijl het koffie zet.
Het koffiezetten kan op eender welk ogenblik worden onderbroken door op
de stroomtoets aan/uit te drukken. Het rode stroom-controlelampje dooft dan.
12. Wacht nadat de koffie is gezet ongeveer een minuut tot alle koffie uit de filter is
gedruppeld en neem dan de kan van de plaat om te serveren.
13. Om de gezette koffie warm te houden kan u de kan op de warmteplaat laten
staan.
Dit apparaat is ontworpen om de koffie ongeveer 40 minuten lang warm te
houden en schakelt dan automatisch uit.
14. Druk op de aan/uit-toets om het koffiezetapparaat eerder uit te schakelen.
Het rode stroom-controlelampje dooft dan.
REINIGEN EN ONDERHOUD
Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit
het stopcontact. Laat het apparaat afkoelen
voordat u het gaat reinigen.
Reinig de buitenkant van het apparaat met
een licht bevochtigde doek. Droog zorgvuldig.
Dompel dit apparaat nooit onder in water.
Reinig de verwijderbare onderdelen in een
warm sopje en spoel daarna grondig.
Gebruik geen chemische of schurende
reinigingsmiddelen op dit apparaat.
Ontkalken
Ontkalk het apparaat regelmatig met een
specifiek daarvoor ontworpen ontkalker.
1. Vul het reservoir tot op de max-lijn met
water en ontkalker. (Verwijs naar de instructies
16