VOOR HET EERSTE GEBRUIK
● Doe een filterzakje in de filterhouder.
● Laat het koffiezetapparaat twee
keer alleen met water werken.
Tussen de twee keer doorloopcycli
ongeveer 5 minuten wachten.
KOFFIE ZETTEN
Volg afbeelding 1 tot 6.
Uw koffiezetapparaat is uitgerust met
een automatische uitschakelfunctie.
Het koffiezetapparaat wordt aan het
einde van de cyclus na enkele minuten
uitgeschakeld (dat wil zeggen enkele
minuten nadat er geen water meer in
het reservoir zit). Bij deze automatische
stilstand gaat het controlelampje uit.
Uw Rowenta-koffiezetapparaat is zó
ontworpen dat u deze zo nodig midden
REINIGING EN ONDERHOUD
Waarschuwing!
Plaats geen harde voorwerpen,
zoals metalen of aardewerk thee-
eieren in de kan; deze kunnen de
binnenkant beschadigen.
● Haal de stekker uit het stopcontact en
laat het koffiezetapparaat afkoelen.
Volg afbeelding 9 tot 12.
Tip voor het reinigen van de kan.
Giet een liter water in de kan.
Voeg wat vaatwasmiddel toe
(poeder of tablet) en laat dit
minstens 2 uur inwerken. Giet de
kan leeg en spoel hem grondig af.
● De thermoskannen van Rowenta
zijn voor alle modellen verkrijgbaar
bij de after-sales service.
in een cyclus kunt stopzetten.
Indien u het apparaat midden in een
cyclus wilt stopzetten, druk dan stevig
op de schakelaar.
● De koffie inschenken:
- voor modellen met een kunststof
kan, de deksel van de kan met een
halve draai openen (afbeelding 7).
- voor modellen met een
roestvrijstalen kan, de hendel
indrukken om in te schenken
en loslaten om te stoppen
(afbeelding 8).
● Maak de buitenkant van het
koffiezetapparaat schoon met een
zacht, vochtig doekje.
● Maak de binnenkant van de kan
alleen schoon met een zachte
afwasborstel en spoel hem uit met
schoon water.
● U kunt de filterhouder verwijderen
(afbeeldingen 10a en 10b).
● Dompel het koffiezetapparaat nooit
onder in water.
● De filterhouder (b) mag in de
vaatwasser gereinigd worden, de
thermoskan (f) en de draaibare
filterhouder (d) niet.
Reinig het deksel van de kan
regelmatig (fig. 13a) en spoel
hem daarna af met schoon
water (fig. 13b).
22