Trainingshandleiding
NL
HRC: Hartslagcontroleprogramma
Voor het constante hartslagcontroleprogramma (HRC) is het nood-
zakelijk dat er een hartslag geregistreerd wordt, die de aanstu-
ring van de loopband tijdens de hele training constant probeert te
houden.
De gebruiker heeft de mogelijkheid het programma op basis van
zijn hartslagwaarde (max. doelpolslag) individueel in te stellen.
De loopband stelt automatisch in het programma HRC de hel-
lingshoek/INCLINE of de snelheid/SPEED in om de doelhartslag
van de gebruiker te bereiken en te behouden.
Om het doel-hartslagprogramma in te richten, dient u de trai-
ningtijd, uw leeftijd en uw doelhartslag in te voeren.
1. De veiligheidssleutel plaatsen en SPEED (+) resp. (-) indruk-
ken tot HRC op de display getoond wordt.
2. Op de MODE toets drukken en SPEED (+) resp. (-) gebruiken
om de gewenste trainingstijd instellen. De standaardtijd is
24 minuten.
3. Op de MODE toets drukken en SPEED (+) resp. (-) gebruiken
om uw juiste leeftijd (13-80) in te stellen.
4. Op de MODE toets drukken en SPEED (+) resp. (-) gebruiken
om de doelhartslag (60-180) te kiezen.
5. Op de MODE toets drukken en SPEED (+) resp. (-) gebruiken
om de hoogste snelheid (MAX SPEED) in te stellen.
6. Op de MODE toets drukken en SPEED (+) resp. (-) gebruiken
om de hoogste hellingshoek (MAX INCLINE) in te stellen.
7. Op de START toets drukken en de loopband loopt 3 minuten
met 3 km/h of 2 mph warm en de hellingshoek/INCLINE tot
Level 5 (vast voorgeprogrammeerde waarde, niet wijzig-
baar). Na het opwarmen gedurende 3 minuten wijzigt de
loopband de snelheid en de hellingshoek om uw hartslag op
uw doelhartslag te brengen.
Aanwijzing: als de loopband uw hartslag niet binnen 30 secon-
den na de opwarmperiode herkent, wordt de band uit veiligheid-
soverwegingen gestopt.
32
Trainingshandleiding
Het lopen is een zeer efficiënte vorm van conditietraining. Met
de loopband kunt u onafhankelijk van het weer een gecontrole-
erde en gedoseerde looptraining thuis uitvoeren. De loopband is
niet alleen geschikt voor joggen, maar ook voor gewoon lopen.
Voordat u begint met trainen, dient u onderstaande aanwijzin-
gen zorgvuldig door te lezen!
Planning en sturing van uw looptraining
De basis voor uw trainingsplanning is uw actuele lichamelijk
conditie. Met een belastingtest kan uw huisarts uw persoonlijke
conditie vaststellen, die als basis voor uw trainingsplanning
dient. Heeft u geen belastingtest gedaan, vermijd dan in elk
geval een hoge trainingsbelasting resp. overbelasting. Let op
onderstaande basisregel voor uw planning: duurtraining wordt
zowel via de belastingomvang als via het belastingniveau / -
intensiteit gestuurd.
Richtwaardes voor een duurtraining
Belastingintensiteit
De belastingintensiteit wordt bij een duurtraining bij voorkeur
via de hartslagfrequentie gecontroleerd.
Maximale polsslag: met een maximale belasting wordt het berei-
ken van een individuele maximale polsslag bedoeld. De maxi-
maal bereikbare polsslag is van de leeftijd afhankelijk. Hier
geldt de vuistregel: de maximale polsslag per minuut is gelijk
aan 220 slagen min de leeftijd.
Voorbeeld: leeftijd 50 jaar > 220 - 50 = 170 slagen/min.
Belastingpolsslag:
Polsdiagramm
Polsslag
Conditie en Vetverbanding
220
Maximale polsslag
200
(220 – Leeftijd)
180
160
Conditie polsslag
(75 % van Max. pols)
140
120
100
Vetverbrandings-polsslag
80
(65 % van Max. pols)
20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80
De optimale belastingintensiteit wordt bij 65-75% van het indivi-
duele hartvermogen / bloedsomloopvermogen bereikt (zie dia-
gram).
65% = trainingsdoel vetverbranding
74% = trainingsdoel verbeterde conditie
Afhankelijk van de leeftijd verandert de waarde.
De intensiteit wordt tijdens de training met de loopband ener-
zijds via de loopsnelheid en anderzijds via de hellingshoek van
het loopvlak geregeld. Met stijgende snelheid wordt de lichame-
lijke belasting verhoogd. Deze wordt ook verhoogd als de hel-
lingshoek groter wordt. Vermijd als beginner een te hoog loop-
tempo of een training met een te grote hellingshoek van het
loopvlak, omdat daarbij snel het aanbevolen polsslagbereik
overschreden kan worden. U dient uw individueel looptempo en
de hellingshoek bij het trainen met de loopband zo te kiezen,
dat u uw optimale polsslag volgens de bovengenoemde criteria
bereikt. Controleer tijdens het lopen met behulp van uw polsslag
of u binnen uw intensiteitbereik traint.
90
Leeftijd